De motorzekering (FC2), fasevolgordesensor(BA1),
hogedrukschakelaar (BP10) en/of de interne motorbe-
veiliging van de ventilator is ingeschakeld. (MS-alarm.)
Weergegeven als 07 in kanaal S1.
Controleer de zekeringen.
Controleer de fasevolgorde op de ingaande voe-
ding.
Stroom- en retourleidingsensoren onjuist geïnstalleerd.
Weergegeven als 12 in kanaal S1.
Controleer de installatie van het leidingwerk.
De warmtepomp ontdooit niet.
Controleer de temperatuur op de retourleidingsen-
sor (kanaal T3). Als deze onder 10 °C ligt, ontdooit
de warmtepomp niet. Controleer de temperatuur
op de verdampingssensor (kanaal T7). Als deze
hoger is dan de ingestelde starttemperatuur,
functioneert het ontdooien (kanaal A9) tijdens de
compressorfunctie van de warmtepomp niet.
Hoge stroomtemperatuur (T2). Weergegeven als 14
in kanaal S1.
Controleer de laadstroom en het vuilfilter dat ge-
deeltelijk verstopt kan zitten.
Hoge retourtemperatuur (T3). Weergegeven als 04 in
kanaal S1.
Controleer de laadstroom en let op de begrenzin-
gen van de compressor bij lage omgevingstempe-
raturen.
Ontdooien mislukt. Weergegeven als 15 in kanaal S1.
Controleer de laadstroom.
Korte bedrijfstijden Weergegeven als 16 in kanaal S1.
Controleer het aansluitverschil voor de thermo-
staat. Controleer de starttemperatuur van warm
water in een NIBE-binnendeel. Controleer de
laadstroom en het vuilfilter dat gedeeltelijk ver-
stopt kan zitten.
De heetgastemperatuur is hoger dan 135 °C. Weer-
gegeven als 17 in kanaal S1.
Neem contact op met de koelingsmonteur.
IJsvorming in de kraag van de ventilator
Voorzichtig!
Alleen van toepassing in sommige gebieden.
Kraagverwarmer (kanaal A14) niet geactiveerd.
Activeer de kraagverwarmer in kanaal A14.
32
Hoofdstuk 9 |
Storingen in comfort
IJsvorming op de ventilatorbladen en voor-
rooster
Voorzichtig!
Alleen van toepassing in sommige gebieden.
"Ventilator ontdooien" (kanaal A15) niet geactiveerd.
Activeer "ventilator ontdooien" in kanaal A15.
NIBE™ F2300