Aansluiten externe regelspanning
Voorzichtig!
Markeer alle elektrische schakelkasten met
waarschuwingsstickers voor externe spanning.
Bij de aansluiting van de externe regelspanning met
aparte aardlekschakelaar moeten de kabels tussen de
klemmenstrook X1:N en X2:N en tussen de klemmen-
strook X1:L1 en X2:L1 worden losgehaald (zoals afge-
beeld).
Bedrijfsspanning (1x230V+N+PE) is aangesloten op X2:N
en X2:L1 (zoals afgebeeld).
Bij het aansluiten van een externe regelspanning moet
er een schakelaar (voor tariefregeling) worden gebruikt
naar X5:1 en X5:2 (compressorblokkering) om een MP-
alarm te voorkomen.
NIBE™ F2300
PE
N
L1
L2
L3
N
L1
Laadpomp
Om de F2300 in staat te stellen de laadpomp (GP12) te
regelen, moet deze worden aangesloten op de klemmen-
strook X3:1(PE), 3(L) en 4(N). De pompactiviteit is afhan-
kelijk van de status van de F2300, behoefte aan verwar-
ming/warm water en de omgevingstemperatuur. Het
aansturen van de pomp gebeurt via de F2300.
Bij potentiaalvrije aansluiting van de circulatiepomp, wordt
de brug vervangen door een aparte spanningsvoeding
voor X3:2(L).
Antivriesfunctie
Bij temperaturen onder +2 °C, loopt de laadpomp perio-
diek, en bij temperaturen onder -20 °C loopt de pomp
continu. Deze functie is van toepassing onder voorwaarde
dat de F2300 gevoed wordt.
35
30
25
20
15
10
5
0
5
4
3
2
1
0 -1 -2 -3 -4 -5 -6 -7 -8 -9 -10 -11 -12 -13 -14 -15 -16 -17 -18 -19 -20 -21 -22 -23 -24 -25
Voorzichtig!
Er is een gevaar op bevriezing als de laadpomp
wordt aangesloten op de klemmenstrook X3 en
de F2300 niet gevoed wordt.
Externe verwarmingskabel (KVR 10)
De F2300 is voorzien van een klemmenstrook voor een
externe verwarmingskabel (EB14, niet meegeleverd). De
aansluiting is gezekerd met 250 mA (F3, 15 W/m). Als er
een andere kabel gebruikt moet worden, moet de zeke-
ring worden gewijzigd in een geschikte grootte.
Hoofdstuk 5 |
N
L
PE
Elektrische aansluitingen
19