Dit symbool duidt tips aan om het gebruik van achtergelaten. het product te vergemakkelijken. Keurmerk De F2026 is voorzien van het CE-merk en voldoet aan IP24. Het CE-keurmerk houdt in dat NIBE garandeert dat het product voldoet aan alle relevante, uit EU-richtlijnen voortvloeiende wet- en regelgeving ten aanzien van het product.
Condenswater moet via een afvoer of iets vergelijk- baars worden weggevoerd (zie pagina 6). Wees bij de installatie voorzichtig, zodat u geen krassen veroorzaakt op de warmtepomp. Plaats de F2026 niet direct op het gazon of een andere niet-stevige ondergrond. NIBE™ F2026 Hoofdstuk 2 |...
(onder voorbehoud van plaatselijke wet- De isolatie moet strak langs de onderkant van de op- en regelgeving). vangbak van condenswater liggen. Leg de leiding vanaf de F2026 schuin naar beneden aan. Hoofdstuk 2 | Bezorging en verwerking NIBE™ F2026...
De leiding voor het condenswater moet zijn uitgerust met een waterzak om luchtcirculatie in de pijp te voorkomen. Installatiegebied De afstand tussen de F2026 en de muur van de woning moet ten minste 350 mm zijn. De vrije ruimte voor de F2026 moet ten minste één meter zijn.
50 °C en een uitgaande temperatuur voorkomen. van ongeveer 58 °C vanuit de warmtepomp. De F2026 is niet voorzien van externe afsluiters op de De oplaadpomp kan ook rechtstreeks vanaf de F2026 waterzijde. Deze moeten worden geïnstalleerd om toe- worden geregeld, via klemmenstrook (X3), waarbij reke- komstige service te vereenvoudigen.
Pagina 14
Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen NIBE™ F2026...
Hulprelais opties. Laadpomp Zie www.nibenl.nl voor meer koppelingsopties. Regeling Bij koppeling met een F2026, wordt een minimaal beschik- Retourtemperatuursensor baar systeemvolume met een capaciteit van ten minste Regelklep 20 liter per kW op de warmtepomp aanbevolen. Vuilfilter Regelafsluiter SÄV...
Pagina 16
De F2026, aangesloten op een olie-/pelletsgestookte boiler met een SMO 10 en een boiler (stooklijnregeling) SMO 10 SÄV VXV1 FIGHTER 2020 De SMO 10 regelt de F2026, oliegestookte boiler, circu- Voorzichtig! latiepompen, shunts enz. De F2026 werkt met de stook-...
Meerdere F2026 samen met SMO 10 en een boiler (stooklijnregeling) SMO 10 SÄV FIGHTER 2020 VP2 SÄV SÄV FIGHTER 2020 VP1 VXV1 De SMO 10 regelt tot negen F2026 (waarvan maximaal een voor warm water), elektrische bijverwarming, circula- tiepomp, shunt, enz.
Pagina 18
De bijverwarming kan boven een ingestelde omgevings- temperatuur worden geblokkeerd met behulp van het automatische regelsysteem in de F2026. Het verwarmings- systeem circuleert ook door de F2026 bij de ingestelde stoptemperatuur. Het warme water wordt uitsluitend geleverd via de bestaande boiler.
De F2026 wordt geregeld via een kamerthermostaat en stooklijnregeling op de retour vanuit het verwarmingssys- teem. Als de F2026 niet aan de verwarmingsbehoefte kan vol- doen, wordt de bijverwarming ingeschakeld via de be- staande regelapparatuur. De bijverwarming kan boven een ingestelde balanstem- peratuur worden geblokkeerd met behulp van het auto- matische regelsysteem in de F2026.
Pagina 20
De F2026 gekoppeld met een houtgestookte ketel en een boiler (vaste temperatuurinstelling) Extern alt befintlig regler- utrustning. FIGHTER 2020 SÄV VVB / ACK Vedpanna De F2026 laadt de boiler/accumulatortank (VVB/ACK). Als er een houtgestookte ketel gebruikt wordt, worden de warmtepomp en de elektrische bijverwarming gestopt als de temperatuur op de thermostaat (VT) stijgt en star- ten deze systemen weer als de temperatuur daalt.
(UB1) en signaalkabels aan de achterkant (UB3). De laadpomp voor de F2026 kan worden aangesloten op een aparte voeding of een klemmenstrook (X3). LET OP! Als de F2026 niet gevoed wordt terwijl de laadpomp is aangesloten op klemmenstrook (X3), is er een kans op bevriezing Er kan een hoofdalarm worden aangesloten op de klem (X6).
Spanningaansluiting De ingaande voedingskabel wordt in de fabriek aangeslo- ten op de klemmenstrook -X1. Buiten de warmtepomp is er ongeveer 1,8 m kabel beschikbaar. Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen NIBE™ F2026...
(W) Laadpomp T100mA/250V 718085 T250mA/250V 518900* Om de F2026 in staat te stellen de laadpomp (GP12) te T500mA/250V 718086 regelen, moet deze worden aangesloten op de klemmen- T800mA/250V 718087 strook X3:4(N), 5(L) en 7(PE). De pompactiviteit is afhan- kelijk van de status van de F2026, behoefte aan verwar- * In de fabriek geïnstalleerd.
Optionele aansluitingen Voorzichtig! De volgende pagina's over thermostaten, bijver- warming, hoofdalarmen en uitvaltijd zijn niet van toepassing als de F2026 wordt geregeld via de SMO 10/VVM 300/EVP 510. Thermostaatregeling Voorzichtig! Om de compressor in of uit te schakelen wordt er gebruik...
De aansluiting met het extra relais wordt gemaakt zoals Externe indicatie van een hoofdalarm hieronder afgebeeld. De F2026 is uitgerust met een contact voor de externe indicatie van een hoofdalarm. Deze functie wordt inge- schakeld bij alle soorten van bestaande alarmen. Max.
Controleer de fasevolgorde tijdens het starten! waarde van de stoptemperatuur komt, moet de verwar- ming plaatsvinden met behulp van de bijverwarming. Softstarter De F2026 is uitgerust met een softstart (AA10) die de ingaande stroom voor de compressor beperkt. Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling...
Inbedrijfstelling en inspectie 1. Communicatiekabel naar thermostaat, klemmen- strook (X5) moet zijn aangesloten. 2. Schakel de isolatorschakelaar in. 3. Zorg ervoor dat de F2026 is aangesloten op de stroombron. 4. Controleer of de automatische beveiliging (FB1) is ingeschakeld. 5. Controleer of de circuitonderbreker van de motor (FC1) is ingeschakeld.
ΔT 0,5 tot 1 beste worden uitgevoerd tijdens de warmwaterproductie graad lager uitkomen (niet van toepassing op de F2026-6 of bij hoge belasting. kW, die alleen over één ventilatorsnelheid beschikt).
Pagina 29
F2026-10 NIBE™ F2026 Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling...
De F2026 kan ook worden in- en uitgeschakeld via signa- Zie het hoofdstuk “Bediening” - “Kanaalom- len van andere regelapparatuur of een thermostaat. Als schrijving”...
Ventilator: F0 De ventilator heeft twee snelheden, hoog of laag (niet Kanaal: S1 van toepassing op F2026-6 kW die uitsluitend over één ventilatorsnelheid beschikt). De ventilator wordt geregeld Geeft het huidige kanaal weer. Wijzigen van kanalen met door de omgevingstemperatuur. De lagere snelheid wordt behulp van de plus- of minknop.
5.9. weer voldoende hoog is. B = Ingestelde temperatuur voor koude buitenlucht (ka- naal A7). utelufttemp. Utelufttemperatur Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding NIBE™ F2026...
(als de druk omlaag is gegaan). Als dit niet het geval is, wordt er een constant hoge- drukalarm afgegeven (alarm 06). 5. De temperatuur op de aanvoertemperatuursensor zakt tot onder 4 °C. NIBE™ F2026 Hoofdstuk 7 | Bediening - Inleiding...
(1 – 9) voor communicatie met de SMO 10. Compressor start over nn minuten. Bijvoorbeeld 3 x F2026 in hetzelfde systeem worden toegewezen aan de adressen 1, 2 en 3. De F2026 die Toont het aantal compressorstarts, bij elkaar opgeteld. warm water levert, moet worden ingesteld op 1.
Pagina 35
Stoptemperatuur, de ingestelde waarde van de omge- vingstemperatuur als het uitvalrelais is geactiveerd, de F2026 stopt. Als de stoptemperatuur is ingesteld tussen 0 en -20 °C, wordt de aanvoertemperatuur lineair be- perkt tot -7 °C / 58 °C tot -20 °C / 50 °C (zie diagram op pagina 42).
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geacti- Voorzichtig! veerde kamerverwarming. Aangezien de F2026 kan worden aangesloten Controleer alle externe schakelaars. op een groot aantal verschillende externe eenhe- Onjuiste instelling in het NIBE-binnendeel. den, moeten ook deze worden gecontroleerd.
Korte bedrijfstijden Weergegeven als 16 in kanaal S1. Controleer het aansluitverschil voor de thermo- staat. Controleer de starttemperatuur van warm water in een NIBE-binnendeel. Controleer de laadstroom en het vuilfilter dat gedeeltelijk ver- stopt kan zitten. De heetgastemperatuur is hoger dan 120 °C. Weer- gegeven als 17 in kanaal S1.
Probeer dan ook altijd om een locatie te vin- heid, afhankelijk van de omgevingstemperatuur (niet van den langs de zijde waaraan de minst geluidsgevoelige toepassing op de F2026 - 6 kW, die over slechts één zone grenst. ventilatorsnelheid beschikt).
Pagina 44
Max. toegestane impedantie bij netvoedingsaansluitpunt conform stroomleverancier voordat u de apparatuur aanschaft. EN 61000-3-11. Startstromen kunnen korte spanningsdips veroor- Werkgebied Tijdens kortere tijden zijn lagere werktemperaturen aan de waterzijde toegestaan, bijv. tijdens opstarten. Hoofdstuk 11 | Technische gegevens NIBE™ F2026...
Pagina 46
Hoofdstuk 11 | Technische gegevens NIBE™ F2026...
Pagina 47
NIBE™ F2026 Hoofdstuk 11 | Technische gegevens...
Pagina 48
Hoofdstuk 11 | Technische gegevens NIBE™ F2026...
Pagina 49
NIBE™ F2026 Hoofdstuk 11 | Technische gegevens...
Pagina 50
Aan/Uit Return line temp. Retourleiding, temperatuursensor Softstart Softstarter Supply line temp. Aanvoerleiding, temperatuursensor Supply voltage Ingaande voeding/spanning Temperature sensor, Hot gas Temperatuurvoeler, heet gas Temperature sensor, Suction gas Temperatuurvoeler, aanzuiggas Thermostat input Thermostaatingang Hoofdstuk 11 | Technische gegevens NIBE™ F2026...
De F2026 gekoppeld met de EVC 13 (stooklijnregeling), 16 Installatiegebied, 7 De F2026 gekoppeld met de VVM 300 (stooklijnregeling), 13 Montage, 5 De F2026 gekoppeld met een houtgestookte ketel en een boiler Transport en opslag, 5 (vaste temperatuurinstelling) , 18 Verwijderen van de buitenmantel, 7...
Pagina 52
Veiligheidsinformatie, 2 CE-merk, 2 Contactgegevens, 4 Inspectie van de installatie, 3 Serienummer, 2 Symbolen, 2 Verstoringen van comfort Problemen oplossen, 34 Verwijderen van de buitenmantel, 7 Voorbereidingen, 24 Vullen en ontluchten van het verwarmingssysteem, 24 Hoofdstuk 12 | Index NIBE™ F2026...