Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Nibe F2300 Handleiding Voor Installateur pagina 32

Verberg thumbnails Zie ook voor F2300:
Inhoudsopgave

Advertenties

A3
Start-temperatuursverschil retourtemperatuur. Nadat
de compressor is gestopt vanwege een hoge retourtem-
peratuur, moet de retourtemperatuur tot de ingestelde
waarde zakken voordat de compressor kan starten. De
waarde kan worden ingesteld tussen 0 en 10 °C. De
fabrieksinstelling is 4 °C.
Met een aangesloten NIBE-binnendeel kan dit menu
niet worden gewijzigd en is deze vastgelegd op 2 °C.
A4
Minimale tijdsperiode in minuten tussen de verschillende
compressorstarts. De waarde kan worden ingesteld
tussen 20 en 60 minuten. Fabrieksinstelling 20 minuten.
A5
Balanstemperatuur, de ingestelde omgevingstempera-
tuur als het extra relais geactiveerd kan worden vanuit
kanaal A6, zonder enige invloed op de werking van de
compressor. Het bijverwarmingsrelais wordt als eerste
geactiveerd na de ingestelde tijd op kanaal A6. De
waarde kan worden ingesteld tussen -15 en +10 °C.
De fabrieksinstelling is 0 °C.
A6
Tijd van continu bedrijf met de compressor voordat de
bijverwarming wordt toegestaan. De waarde kan wor-
den ingesteld tussen 1 en 120 minuten. Fabrieksinstel-
ling 120 minuten.
A7
Stoptemperatuur, de ingestelde waarde van de omge-
vingstemperatuur als het uitvalrelais is geactiveerd, de
F2300 stopt. Als de stoptemperatuur is ingesteld tussen
0 en -20 °C, wordt de aanvoertemperatuur lineair be-
perkt tot -10 °C / 65 °C tot -20 °C / 63 °C (zie diagram
op pagina 39). De fabrieksinstelling is -20 °C.
A8
Minimale looptijd, warmteproductie voordat nieuwe
ontdooiing is toegestaan. De waarde kan worden inge-
steld tussen 10 en 90 minuten. Fabrieksinstellingen
volgens de tabel hieronder.
Type
14 kW
20 kW
A9
Starttemperatuur voor toestaan ontdooien (verdamper-
sensor). De waarde kan worden ingesteld tussen -4 en
0 °C. Fabrieksinstelling.3 °C.
A10
Stoptemperatuur voor ontdooien (verdampersensor).
De waarde kan worden ingesteld tussen 10 en 40 °C.
Fabrieksinstelling.20 °C.
A11
Langst toegestane ontdooiingstijd. De waarde kan
worden ingesteld tussen 5 en 12 minuten. Fabrieksin-
stelling 7 minuten.
Voorzichtig!
In het geval van ontdooiproblemen, kan de
waarde in het kanaal A11 omhoog worden
gebracht om het probleem op te lossen.
A12
Handmatig activeren van de ontdooiingsprocedure. De
waarde 0 moet worden veranderd in 1 en de toepassing
moet worden bevestigd met de Enter-knop.
30
Hoofdstuk 8 |
Bediening - Kanalen
Minuten
60
55
A13
Herstellen van de standaard fabrieksinstellingen. De
waarde 0 moet worden veranderd in 1 en de toepassing
moet worden bevestigd met de Enter-knop.
A14
Activeren van de kraagverwarmingsfunctie De waarde
0 moet worden veranderd in 1 en de toepassing moet
worden bevestigd met de Enter-knop.
A15
Activeren van het "ventilatorontdooien". De waarde 0
moet worden veranderd in 1 en de toepassing moet
worden bevestigd met de Enter-knop.
NIBE™ F2300

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave