4
Controles en handelingen voorafgaand aan de ingebruikname
Nooduitschakeling controleren
Controleer de werking van de noodstopscha-
kelaar als volgt:
– Start de machine.
– Rijd met de machine.
– Druk op de noodstopschakelaar (1).
• De machine stopt onmiddellijk
• De voeding van de machine wordt onder-
broken
• De elektrische regelsystemen en motoren
worden niet meer van stroom voorzien
– Trek de noodstopschakelaar (1) uit.
De functies zijn weer beschikbaar.
OPMERKING
Controleer of de stabilisatorwielen goed wer-
ken. Deze afstelling beïnvloedt de remwerk-
ing.
Rem controleren
OPMERKING
Voer deze controle uit op een vlakke onder-
grond.
– Rijd de machine vooruit.
– Kantel de dissel in de zones (1) en (2).
In deze twee zones wordt de machine afge-
remd en wordt de aandrijfeenheid niet meer
van stroom voorzien.
Als de dissel in rijpositie (3) wordt losgelaten,
gaat de dissel naar zone (1) en wordt de
rijaandrijving uitgeschakeld.
40
11638011659 NL - 07/2019
Gebruik