Ruimtevoeler
De VVM 310 wordt geleverd met een ruimtevoeler
(BT50). De ruimtevoeler heeft drie functies:
1. Weergave van de actuele kamertemperatuur in de
display van de VVM 310.
2. Optie om de gewenste kamertemperatuur in °C te
veranderen.
3. Mogelijkheid tot wijzigen/stabiliseren van de
aanvoertemperatuur op basis van de kamertempe-
ratuur.
Installeer de sensor in een neutrale positie waar de in-
steltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is op
een vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven de
grond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het meten
van de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd,
wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken,
achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, in
een tochtstroom van een buitendeur of in direct zon-
licht wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorther-
mostaten kunnen problemen veroorzaken.
De binnenmodule werkt zonder de sensor, maar indien
de gebruiker de binnentemperatuur van de woning
wil aflezen op de display van de VVM 310, moet de
sensor worden geïnstalleerd. Sluit de kamersensor aan
op de X6:3 en X6:4 op de ingangsprintplaat (AA3).
Indien de sensor wordt gebruikt om de kamertempe-
ratuur te wijzigen in °C en/of om de kamertemperatuur
te stabiliseren, moet de sensor worden geactiveerd in
menu 1.9.4.
Indien de ruimtevoeler wordt gebruikt in een kamer
met vloerverwarming, dient deze uitsluitend een
weergavefunctie te hebben en geen controlerende
functie van de kamertemperatuur.
VVM 310
VVM 310
AA3-X6
LET OP!
Wijzigingen van temperatuur in de woning
nemen tijd in beslag. Korte perioden in combi-
natie met vloerverwarming leveren bijvoor-
beeld geen merkbaar verschil op in de kamer-
temperatuur.
24
Hoofdstuk 5 |
Elektrische aansluitingen
RG 05
F1245
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Communicatie
Als de VVM 310 moet worden verbonden met de
warmtepomp, wordt deze aangesloten op de klemmen
X4:13, X4:14 en X4:15 op de ingangskaart (AA3).
VVM 310
AA3-X4
F20XX
VVM500
A+
15
B-
14
13
GND
12
11
10
F2026
VVM500
15
14
13
12
11
10
9
8
7
NIBE™ VVM 310