Menu 5.3.7 - externe bijverwarming
Hier verricht u instellingen voor de externe bijverwar-
ming. Externe bijverwarming is bijvoorbeeld een olie-
of gasgestookte of elektrische externe boilerketel.
Als de externe bijverwarming niet stapgeregeld is, moet
naast het selecteren van het starten ervan ook de
looptijd voor de bijverwarming worden ingesteld.
Als de externe bijverwarming stapgeregeld is, is het
bijvoorbeeld mogelijk om te selecteren wanneer de
bijverwarming moet starten, om het max. aantal toe-
gestane stappen in te stellen en in te stellen of binaire
stappen wel of niet moeten worden gebruikt.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Menu 5.4 - in-/uitgangen software
Hier kunt u selecteren op welke in-/uitgang van de in-
gangsprintplaat (AA3) de externe contactfunctie (pa-
gina 27) moet worden aangesloten.
Te selecteren ingangen op klemmenstrook AUX1-5
(AA3-X6:9-18) en uitgang AA3-X7 (op de ingangsprint-
plaat).
Menu 5.5 - service fabriekinstelling
Alle instellingen kunnen hier worden gereset (inclusief
instellingen die beschikbaar zijn voor de gebruiker)
naar standaardwaarden.
Voorzichtig!
Bij het resetten wordt bij de volgende start van
de binnenmodule de startgids weergegeven.
Menu 5.6 - geforceerde regeling
U kunt hier de verschillende componenten in de bin-
nenmodule en eventueel aangesloten accessoires re-
gelen.
Menu 5.7 - startgids
Wanneer de binnenmodule voor de eerste keer wordt
gestart, opent de startgids ook automatisch. Hier kunt
u deze handmatig starten.
Zie pagina 32 voor meer informatie over de startgids.
Menu 5.8 - snelstart
Van hieruit is het mogelijk om de compressor te starten.
LET OP!
Er moet een warmtevraag of een warmtapwa-
tervraag zijn om de compressor te starten.
LET OP!
U kunt de compressor beter niet te vaak snel-
starten gedurende een korte periode, want
hierdoor kunnen de compressor en zijn neven-
apparatuur beschadigen.
58
Hoofdstuk 8 |
Regeling - Menu's
Menu 5.9 - vloerdroogfunctie
duur periode 1 - 3, 5-7
Instelbereik: 0 - 30 dagen
Standaardwaarde: 2 dagen
temp. periode 1 - 3, 5-7
Instelbereik: 15 - 70 °C
Standaardwaarde:
temp. periode 1
temp. periode 2
temp. periode 3
temp. periode 5
temp. periode 6
temp. periode 7
duur periode 4
Instelbereik: 0 - 30 dagen
Standaardwaarde: 3 dagen
temp. periode 4
Instelbereik: 15 - 70 °C
Standaardwaarde: 45 °C
Stel hier de functie drogen ondervloer in.
U kunt maximaal zeven tijdsperioden instellen met
verschillende, berekende aanvoertemperaturen. Als er
minder dan zeven perioden worden gebruikt, moeten
de resterende tijdsperioden worden ingesteld op 0
dagen.
Vink het actieve venster aan om de functie drogen
ondervloer te activeren. Een teller onderin laat het
aantal dagen zien dat de functie actief is geweest.
Voorzichtig!
Tijdens het drogen van de vloer draait de cir-
culatiepomp van het verwarmingssysteem in
100%, ongeacht de instelling in menu 5.1.10.
TIP
Als bedrijfsstand "add. heat only" moet wor-
den gebruikt, kiest u dit in menu 4.2.
Menu 5.10 - log met wijzigingen
Hier kunt u eerdere wijzigingen in het regelsysteem
aflezen.
Datum, tijd en ID-nr. (uniek voor bepaalde instellingen)
en de nieuwe ingestelde waarde worden aangegeven
voor iedere wijziging.
Voorzichtig!
Het log met wijzigingen wordt opgeslagen bij
herstarten en blijft ongewijzigd na fabrieksin-
stelling.
20 °C
30 °C
40 °C
40 °C
30 °C
20 °C
NIBE™ VVM 310