Functiestoringen
Netzekering wordt geactiveerd - ongeschikte netzekering
Aanbevolen netbeveiliging inrichten > zie hoofdstuk 8.
Apparaat start niet na het inschakelen (apparaatventilator en indien nodig de koelmiddelpomp werken
niet).
Stuurstroomkabel van het draadaanvoerapparaat aansluiten.
Alle signaallampjes van de apparaatbesturing lichten na inschakeling op
Geen signaallampjes van de apparaatbesturing lichten na inschakeling op
Geen lasvermogen
Fase-uitval > elektrische aansluiting (zekeringen) controleren
Het apparaat start permanent opnieuw
Draadaanvoerapparaat zonder functie
Systeem start niet op
Verbindingen van besturingsleidingen herstellen resp. op correcte installatie controleren.
Losse lasstroomverbindingen
Stroomaansluitingen aan de toorts en/of aan het werkstuk vastdraaien
Stroomkop en sproeierhouder correct vastschroeven
Signaallampje Algemene storing brandt
Overtemperatuur lasapparaat
Het apparaat ingeschakeld laten afkoelen
Controle-inrichting van de lasstroom geactiveerd (zwerflasstromen stromen over de veiligheidsgelei-
ders). De fout moet door uit- en inschakeling van het apparaat worden gereset.
Lasdraad in contact met elektriciteitsgeleidende behuizingsdelen (draadgeleiding controleren,
lasdraad van de draadspoel gesprongen?).
De correcte bevestiging van de werkstukleiding controleren. De stroomklem van de werkstuklei-
ding zo dicht mogelijk aan de vlamboog bevestigen.
Signaallampje Te hoge temperatuur brandt
Overtemperatuur lasapparaat
Het apparaat ingeschakeld laten afkoelen
Koelvloeistofstoring/geen koelvloeistofdoorstroom
Ontoereikende doorstroom van het koelmiddel
Koelmiddelpeil controleren en evt. met koelmiddel bijvullen
Lucht in koelvloeistofcircuit
Koelmiddelcircuit ontluchten > zie hoofdstuk 7.4
099-005609-EW505
05.12.2023
Verhelpen van storingen
Checklist voor het verhelpen van storingen
65