099-005609-EW505
05.12.2023
Onderhoud, verzorging en afvalverwerking
Onderhoudsstap
Uitsluitend de als keurder resp. reparateur bevoegde persoon mag op
grond van zijn opleiding de desbetreffende arbeidsstap uitvoeren! Niet
van toepassing zijnde controlepunten worden weggelaten.
•
Aansluitingen van de lasstroomkabels (op vaste en vergrendelde be-
vestiging controleren).
•
Is de beschermgasfles met glasflesveiligheidselementen (ketting/band)
gezekerd?
•
Trekontlasting: Is het slangpakket met een trekontlasting gezekerd?
•
Alle voedingskabels en aansluitingen (leidingen, slangen, slangpakket-
ten) op beschadigingen en dichtheid controleren.
•
Lassysteem op schade aan de behuizing controleren.
•
Transportelementen (band, hijsogen, greep, transportrollen, par-
keerrem) gerelateerde veiligheidselementen (eventueel veiligheidskap-
pen) aanwezig en probleemloos?
•
Aansluitingen van de koelmiddelleidingen (snelkoppelingen, koppelin-
gen) reinigen van verontreinigingen en veiligheidskappen bij niet ge-
bruik aanbrengen.
•
Gastest magneetventiel schakelt correct open en weer dicht.
•
Controle van de bedienings-, meldings- en controlelampjes, bescherm-
en instelinrichtingen.
•
Controle draadrolopname (de draadtoevoerrollen moeten vast op de
houder zitten en mogen geen speling hebben)
•
Vuilfilter reinigen (indien van toepassing) > zie hoofdstuk 6.3.1
•
De correcte bevestiging van de draadspoel controleren.
•
Maak de buitenoppervlakken schoon met een vochtige doek (gebruik
geen agressieve reinigingsmiddelen).
•
Reiniging stroombron (inverter) > zie hoofdstuk 6.3.4
•
Reiniging warmtewisselaar (lastoortskoeling) > zie hoofdstuk 6.3.3
•
Koelmiddel vervangen (lastoortskoeling) > zie hoofdstuk 6.3.2
•
Terugkerende inspectie en controle > zie hoofdstuk 6.3.5
•
De koelvloeistof moet met de geschikte antivriestester TYP 1 (KF) of
FSP (blueCool) op toereikende vorstbescherming worden gecontro-
leerd en zo nodig worden vervangen (toebehoren).
Onderhoudsschema
49