4
INBEDRIJFSTELLING EN PARAMETRERING
4.4.5
Analoge ingangen parametreren
Veld
Parameter
Temperature
Constant Value
Source
Analog Input 1
Pressure
Constant Value
Source
Analog Input 2
Moisture
Moisture
Source
Analog Input 3
Oxygen
Constant Value
Source
Analog Input 4
78
GEBRUIKSAANWIJZING | DUSTHUNTER T
Voor het instellen van de analoge ingangen moet het menu "Configuration / I/O
Configuration / Input Parameters DUSTHUNTER" worden opgeroepen.
Afb. 52: SOPAS ET-menu: MCU / Configuration / I/O Configuration / Input Parameters
Opmerking
Voor het berekenen van de genormaliseerde waarde wordt een vaste waarde gebruikt.
Deze parameter opent het veld "Constant Temperature" voor het invoeren van de
genormaliseerde waarde in °C of K.
Voor het berekenen van de genormaliseerde waarde wordt de waarde van een op analoge
ingang 1 (standaard leveringsomvang) aangesloten externe sensor gebruikt.
Deze parameter opent het veld "Analog Input 1 - Temperature" voor het parametreren van de
onderste en bovenste bereikeindwaarde en de waarde voor Live Zero.
Voor het berekenen van de genormaliseerde waarde wordt een vaste waarde gebruikt.
Deze parameter opent het veld "Constant Pressure" voor het invoeren van de genormaliseerde
waarde in mbar (=hPa).
Voor het berekenen van de genormaliseerde waarde wordt de waarde van een op analoge
ingang 2 (standaard leveringsomvang) aangesloten externe sensor gebruikt.
Deze parameter opent het veld "Analog Input 2 - Pressure" voor het parametreren van de
onderste en bovenste bereikeindwaarde en de waarde voor Live Zero.
Voor het berekenen van de genormaliseerde waarde wordt een vaste waarde gebruikt.
Deze parameter opent het veld "Constant Moisture" voor het invoeren van de genormaliseerde
waarde in %.
Voor het berekenen van de genormaliseerde waarde wordt de waarde van een op analoge
ingang 3 (optionele module noodzakelijk) aangesloten externe sensor gebruikt.
Deze parameter opent het veld "Analog Input 3 - Moisture" voor het parametreren van de
onderste en bovenste bereikeindwaarde en de waarde voor Live Zero.
Voor het berekenen van de genormaliseerde waarde wordt een vaste waarde gebruikt.
Deze parameter opent het veld "Constant Oxygen" voor het invoeren van de genormaliseerde
waarde in %.
Voor het berekenen van de genormaliseerde waarde wordt de waarde van een op analoge
ingang 4 (optionele module noodzakelijk) aangesloten externe sensor gebruikt.
Deze parameter opent het veld "Analog Input 4 - Oxygen" voor het parametreren van de
onderste en bovenste bereikeindwaarde en de waarde voor Live Zero.
8013711/YWL2/V3-0/2016-08| SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden