3
MONTAGE EN INSTALLATIE
40
GEBRUIKSAANWIJZING | DUSTHUNTER T
De besturingseenheid MCU-N (zonder geïntegreerde spoelluchttoevoer) kan bij gebruik van
geschikte leidingen
(zie "Algemene informatie, voorwaarden", pagina
1000 meter afstand van de zend-ontvangsteenheid worden gemonteerd.
Voor een probleemloze toegang tot de MCU adviseren wij daarom deze in een
controleruimte (bijv. meetpost) te monteren. De communicatie met het meetsysteem voor
parametrering of herkenning van storings- of foutoorzaken wordt daardoor aanzienlijk
vergemakkelijkt.
Bij de montage in de openlucht is het zinvol om een ter plaatse te realiseren
weerbescherming (plaatstalen dak o.d.) aan te brengen.
Eisen bij gebruik van de besturingseenheid MCU-P
In aanvulling op de algemene voorschriften gelden de volgende eisen:
De besturingseenheid MCU-P moet op een plaats met zo schoon mogelijke lucht worden
●
gemonteerd. De aanzuigtemperatuur moet voldoen aan de specificaties in de technische
gegevens
(zie "Technische gegevens", pagina
aanzuigslang naar een plaats met betere condities worden gelegd.
De spoelluchtslangen naar zend-ontvangsteenheid en reflector moeten zo kort mogelijk
●
zijn.
De spoelluchtslangen moeten zo worden gelegd dat zich hierin geen water kan
●
verzamelen.
Als de afstand tussen zend-ontvangsteenheid en reflector naar de besturingseenheid
●
MCU meer dan 10 meter bedraagt, adviseren wij de optie externe spoelluchteenheid te
gebruiken.
47) op maximaal
112). In ongunstige gevallen moet een
8013711/YWL2/V3-0/2016-08| SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden