Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Elektrische Aansluitwerkzaamheden - Weishaupt WWP L 12 IDK Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

452160.66.67 · 11/2015 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP L 12 IDK
7 Montage
7.5

Elektrische aansluiting

7.5.1 Algemeen
Alle elektrische aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door een elektricien of een
voor de betreffende werkzaamheden geschoold persoon met inachtneming van de
montage- en gebruiksaanwijzing,
landspecifieke installatievoorschriften, bijv. A.R.E.I, VDE 0100 ...
technische aansluitvoorwaarden van het energiebedrijf en de netwerkexploitant (bijv.
TAB) en
de plaatselijke omstandigheden
worden uitgevoerd.
Ter waarborging van de vorstbeveiligingsfunctie mag de warmtepompmanager niet
spanningsvrij worden geschakeld en moet er stroming door de warmtepomp plaatsvin-
den.
De schakelcontacten van de uitgangsrelais zijn ontstoord. Daarom is er afhankelijk van
de interne weerstand van een meetinstrument, ook wanneer de contacten niet gesloten
zijn, een spanning meetbaar die echter lager is dan de netspanning.
Op de regelaarklemmen N1-J1 tot N1-J11; N1-J19; N1-J20; N1-J23 tot N1-J26 en de
klemmenstrook X3; X5.1 is laagspanning aanwezig. Wanneer er door bedradings-
fouten aan deze klemmen netspanning aangelegd wordt, vernietigt dit de warmte-
pompmanager.

7.5.2 Elektrische aansluitwerkzaamheden

Alle in het toestel ingebrachte elektrische leidingen die in de schakelkast aangeklemd
of aan het schakelkastje bevestigd (aan de daarvoor bestemde "T-stansing" snoeront-
last) worden, moeten door hun lengte en plaatsing een demontage en het neerzetten
van het schakelkastje (bij service) mogelijk maken zonder dat hiervoor leidingen op-
nieuw losgekoppeld dienen te worden (zie hoof. 3.2 op pag. 7)
1. De 5-aderige elektrische kabel voor het vermogensdeel van de warmtepomp wordt
van de stroommeter van de warmtepomp via de EVB-veiligheidsschakelaar (indien
vereist) in de warmtepomp geleid.
Aansluiting van de voedingskabel op de schakelkast van de warmtepomp via de
klemmen X1: L1/L2/L3/N/PE
De spanningsvoorziening voor de warmtepomp moet worden voorzien van een al-
polige afschakeling met ten minste 3 mm contactopeningsafstand (bijv. een EVB-
veiligheidsschakelaar) en een alpolige vermogensschakelaar met één uitschakeling
voor alle buitenkabels (uitschakelstroom en karakteristiek volgens toestelinforma-
tie).
OPGELET
ACHTUNG
Let op het rechtsdraaiende veld: Bij een verkeerde bedrading wordt het opstarten van
de warmtepomp verhinderd. Een desbetreffende aanwijzing wordt in de
warmtepompmanager weergegeven (bedrading aanpassen).
2. De 3-aderige elektrische voedingskabel voor de warmtepompmanager (verwar-
mingsregelaar N1) wordt in de warmtepomp geleid.
Aansluiting van de stuurleiding aan de schakelkast van de warmtepomp via de
klemmen X2: L/N/PE.
De vermogensopname van de warmtepomp vindt u bij de productinformatie of op
het typeplaatje.
De kabel (L/N/PE~230 V, 50 Hz) voor de WPM moet onder permanente spanning
zijn en moet om deze reden voor de EVB-veiligheidsschakelaar afgetakt resp. op
de huishoudingsstroom aangesloten worden, omdat anders gedurende de ener-
giebedrijfsblokkering belangrijke beveiligingsfuncties buiten werking zijn.
19

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave