452160.66.67 · 11/2015 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP L 12 IDK
7 Montage
7.4.1 Voelercurves
Temperatuur in °C
-20
-15
NTC-2 in kΩ
14,6
11,4
NTC-10 in kΩ
67,7
53,4
15
20
25
30
2,9
2,4
2,0
1,7
14,9
12,1
10,0
8,4
De aan de warmtepompmanager aan te sluiten temperatuurvoelers moeten over-
eenkomen met de in Afb. 7.1 op pag. 17 getoonde voelercurves. De enige uitzondering
geldt voor de buitentemperatuurvoeler die zich in de leveromvang de warmtepomp
bevindt (zie Afb. 7.2 op pag. 17)
%XLWHQWHPSHUDWXXU LQ >&@
Afb. 7.1:Voelercurve NTC-10
%XLWHQWHPSHUDWXXU LQ >&@
Afb. 7.2:Voelercurve NTC-2 volgens DIN 44574 buitentemperatuurvoeler
7.4.2 Montage van de buitentemperatuurvoeler
De temperatuurvoeler moet zo aangebracht worden dat alle weersinvloeden geregi-
streerd worden en de meetwaarde niet vervalst wordt.
bevestiging aan de buitenwand en indien mogelijk aan de noordelijke/noordweste-
lijke zijde
niet op "beschutte plek" (bijv. in een muurnis of onder het balkon) monteren
niet in de buurt van ramen, deuren, ontluchtingsopeningen,
buitenlampen of warmtepompen aanbrengen
in geen enkel seizoen aan direct zonlicht blootstellen
Voelerleiding: lengte max. 40 m; aderdiameter min. 0,75 mm²; buitendiameter van de
kabel 4-8 mm.
-10
-5
0
5
8,9
7,1
5,6
4,5
42,3
33,9
27,3
22,1
35
40
45
50
55
1,4
1,1
1,0
0,8
0,7
7,0
5,9
5,0
4,2
3,6
17
10
3,7
18,0
60
0,6
3,1