452160.66.67 · 11/2015 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP L 12 IDK
6 Opstelling
6.2
Condensaatleiding
Het bij het gebruik ontstane condenswater dient vorstvrij te worden afgevoerd. De
warmtepomp dient horizontaal te worden geplaatst, zodat het water goed kan af-
vloeien. De condenswaterbuis moet minstens een diameter van 50 mm hebben en
moet vorstvrij in de afvoerleiding worden geleid. Condenswater niet direct in bezinkvij-
vers en putten leiden. Agressieve dampen en een niet vorstvrij aangelegde conden-
saatleiding kunnen de verdamper vernielen.
6.3
Geluid
Om bij hogere geluidseisen overdracht van contactgeluid in het verwarmingssy-
steem te voorkomen, is het raadzaam de warmtepomp met een flexibele slang aan
het verwarmingssysteem te koppelen.
Gebruikte luchtkanalen moeten geluidstechnisch van de warmtepomp worden los-
gekoppeld om overdracht van structuurgeluid op de kanalen te voorkomen.
Het niet verwijderen van de transportbeveiligingsschroeven aan de compressor kan
tot duidelijke hogere geluidsemissie leiden!
12