Figuur 14
1. Zwaaikoppeling
Pas de onderste koppelingen naar binnen toe aan tot deze
contact maken met de montageplaten van de beluchter.
Hierdoor wordt de spanning op de pennen verminderd. Als de
tractor zwaaikettingen heeft in plaats van zwaaikoppelingen,
wordt aangeraden om ringen te monteren tussen de onderste
koppelingsarm en de borgpen om de overhangende lading op
de hefpennen te verminderen.
Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
tractor voor aanvullende montage- en instelprocedures.
6
De beluchter horizontaal
stellen in de breedterichting
Geen onderdelen vereist
Procedure
1. Parkeer de tractor en beluchter op een horizontaal,
stevig oppervlak.
2. Plaats een waterpas bovenop het frame van de beluchter
om te controleren of deze waterpas staat
1. Waterpas
3. Draai aan de instelknop (indien uw machine hiermee
is uitgerust) om de arm van de koppeling omhoog of
g007333
omlaag te brengen tot de beluchter in de breedterichting
waterpas staat.
Opmerking: Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de tractor voor informatie over aanvullende
instelprocedures.
7
Rolschraper afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Stel de rolschraper zo af dat er ongeveer 1 tot 2 mm speling is
tussen de schraper en de rol.
1. Zet de moeren los waarmee de uiteinden van de
schraper bevestigd zijn aan de lip van de rolschraper
(Figuur
(Figuur
15).
1. Rolschraper
2. Schuif de rolschraper in of uit tot de gewenste stand
bereikt is, en draai de moeren vast.
14
Figuur 15
16).
Figuur 16
2. Moer
g007329
g007330