– Begeeft u zich met de machine nooit in een
omgeving waar zich stof of dampen in de
lucht bevinden die kunnen exploderen. De
elektrische en uitlaatsystemen van de machine
kunnen vonken veroorzaken waardoor
explosief materiaal tot ontbranding kan komen.
– Kijk altijd goed uit en vermijd laag
overhangende objecten, zoals boomtakken,
deurposten en voetgangersbruggen. Let erop
dat er voldoende ruimte boven uw hoofd is,
zodat de machine zonder problemen kan
passeren en uw hoofd niets raakt.
– Als u niet zeker weet of u de machine veilig
kunt gebruiken, moet u het werk staken en de
bedrijfsleiding om advies vragen.
•
Voordat u de bestuurdersstoel verlaat:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– De laadbak neerlaten.
– Zet de motor af en wacht totdat alle onderdelen
tot stilstand gekomen zijn.
– Stel de parkeerrem in werking.
– Verwijder de sleutel uit de contactschakelaar.
•
Raak de motor, de transmissie, de radiateur, de
uitlaat of het uitlaatspruitstuk niet aan als de motor
loopt of direct nadat u deze heeft uitgezet. Deze
onderdelen kunnen heet zijn en brandwonden
veroorzaken.
•
Als het voertuig abnormaal trilt moet u onmiddellijk
stoppen, de motor afzetten, wachten tot alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en het
voertuig op beschadigingen controleren. Repareer
alle schade voordat u de machine weer in gebruik
neemt.
•
Bliksem kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Als het in de buurt bliksemt, gebruik de machine
dan niet; ga schuilen.
Remmen
•
Verminder uw snelheid als u een obstakel nadert.
Dit geeft u extra tijd om te stoppen of te draaien.
Als u een obstakel raakt, kunnen u en uw
passagier letsel oplopen. Bovendien kunnen de
machine en de lading worden beschadigd.
•
Het maximaal toelaatbare totaalgewicht van een
voertuig heeft een aanzienlijke invloed op uw
vermogen om de machine tot stilstand te brengen
en/of te draaien. Met een zware lading en zware
werktuigen wordt het moeilijker de machine tot
stilstand te brengen of te draaien. Hoe zwaarder
de lading, des te meer tijd het kost de machine
tot stilstand te brengen.
•
Verminder de snelheid van de machine als de
laadbak is verwijderd en er geen werktuig is
bevestigd aan de machine. De remkarakteristieken
veranderen en als het voertuig snel tot stilstand
wordt gebracht, kunnen de achterwielen worden
geblokkeerd, waardoor de machine moeilijk
bestuurbaar wordt.
•
Het gazon en het wegdek zijn veel gladder als
ze nat zijn. De stoptijd van de machine op een
nat oppervlak kan 2 tot 4 maal langer zijn dan op
een droog oppervlak. Als u door staand water rijdt
dat diep genoeg is om de remmen nat te laten
worden, zullen ze pas goed functioneren als ze
weer droog zijn. Nadat u door water hebt gereden,
moet u de remmen testen om er zeker van te zijn,
dat zij naar behoren functioneren. Als dat niet het
geval is, moet u langzaam rijden op vlak terrein,
terwijl u lichte druk uitoefent op het rempedaal.
Hierdoor drogen de remmen.
Gebruik op hellingen
WAARSCHUWING
Als u de machine op een helling gebruikt,
bestaat de kans dat ze omslaat of gaat rollen.
Ook bestaat de kans dat de motor afslaat of
dat de machine op een helling vaart verliest.
Hierdoor kan lichamelijk letsel ontstaan.
• Gebruik de machine niet op extreem steile
hellingen.
• Geef niet te snel gas en trap niet abrupt op
het rempedaal als u achteruit een helling
afrijdt, zeker niet als u een lading vervoert.
• Als de motor afslaat of het voertuig vaart
verliest op een helling, moet u langzaam
in een rechte lijn achterwaarts de helling
af rijden. Probeer nooit de machine te
draaien.
• Rij de machine langzaam op een helling en
wees voorzichtig.
• Draai niet op een helling.
• Verminder de lading en de snelheid van de
machine.
• Stop niet op een helling, zeker niet als u
een lading vervoert.
Neem de volgende voorschriften in acht wanneer u
met de machine op een helling rijdt:
•
Verminder de snelheid van de machine voordat u
een helling op- of afrijdt.
•
Als de motor afslaat of als de machine vaart begint
te verliezen terwijl u een helling oprijdt, moet u
voorzichtig het rempedaal indrukken en de helling
langzaam achterwaarts in een rechte lijn afrijden.
•
Draaien als u een helling op- of afrijdt, kan
gevaarlijk zijn. Als u moet draaien op een helling,
6