Opmerking:
Draai het oliefilter niet te vast.
5.
Vul het carter bij met de voorgeschreven olie
(Figuur
38).
6.
Start de motor en laat deze lopen om te
controleren op olielekkages.
7.
Zet de motor uit en controleer het vloeistofpeil.
Opmerking:
Voeg indien nodig de
voorgeschreven olie toe aan de motor tot het
oliepeil de Vol-markering van de peilstok bereikt.
Onderhoud van de bougies
De bougies controleren en
vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan) Vervang de bougie indien
nodig.
Type: Champion RN14YC (of een equivalent type).
Elektrodenafstand: 0,762 mm
Belangrijk:
Een gebarsten, aangetaste, vuile
of gebrekkig werkende bougie moet worden
vervangen. U mag de elektroden niet zandstralen,
afkrabben of reinigen met een staalborstel omdat
hierdoor gruis kan losraken en in de cilinder
terechtkomen. Dit leidt meestal tot beschadiging
van de motor.
Opmerking:
Een bougie heeft meestal een lange
levensduur. U moet de bougie echter uitnemen en
controleren als de motor slecht functioneert.
1.
Maak de omgeving van de bougie schoon zodat
er geen vuil in de cilinder kan terechtkomen als
u de bougie verwijdert.
2.
Trek de kabel van het aansluitpunt van de
bougie.
3.
Haal de plug uit de cilinderkop.
4.
Controleer de staat van de massa-elektrode, de
centrale elektrode en de isolator van de centrale
elektrode op beschadigingen
Opmerking:
Geen beschadigde of versleten
bougie gebruiken. Vervang de bougie door een
nieuwe bougie van het aanbevolen type.
(Figuur
41).
36
Figuur 41
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
5.
Zorg ervoor dat de elektrodenafstand tussen
de centrale elektrode en de massa-elektrode
0,762 mm bedraagt; zie
6.
Plaats de bougie in de cilinderkop en draai de
bougie vast tot 20 N·m.
7.
Bevestig de kabel van de bougie.
8.
Herhaal stap
1
tot en met
bougie.
g001470
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)
Figuur
41.
7
voor de andere