Brandstoftank vullen
De inhoud van de brandstoftank is ongeveer 26,5 liter.
1.
Schakel de motor uit en stel de parkeerrem in
werking.
2.
Maak de omgeving van de dop van de
brandstoftank schoon
Figuur 21
1. Leeg
2. Vol
3. Naald
3.
Verwijder de dop van de brandstoftank.
4.
Vul de benzinetank tot ongeveer 25 mm vanaf
de bovenkant van de tank (de onderkant van
de vulbuis).
Opmerking:
De ruimte in de tank geeft de
brandstof de kans om uit te zetten. De tank niet
te vol vullen.
5.
Draai de tankdop stevig vast.
6.
Neem gemorste brandstof op.
Motor starten
Belangrijk:
Probeer de motor niet te starten door
de machine aan te duwen of te slepen.
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, steek het
sleuteltje in de contactschakelaar en draai dit
naar rechts op de stand A
Opmerking:
Als de machine is uitgerust
met een optioneel achteruitrijalarm en de
schakelhendel in de stand A
gezet wanneer de contactschakelaar in de
stand A
staat, klinkt er een zoemer om de
AN
bestuurder te waarschuwen dat de machine in
de achteruitstand staat.
2.
Zet de schakelhendel van de machine in de
gewenste rijrichting.
(Figuur
21).
g008398
4. Brandstofmeter
5. Dop van brandstoftank
.
AN
wordt
CHTERUIT
3.
Zet de parkeerrem vrij door de parkeerremhendel
naar beneden te drukken.
4.
Trap langzaam het gaspedaal in.
Opmerking:
gaspedaal intrappen en ongeveer half ingetrapt
houden en de chokeknop uittrekken en op A
zetten. Zet de chokeknop terug in de stand U
zodra de motor warm is.
De machine stoppen
Belangrijk:
Als u de machine op een helling laat
stoppen, moet u de bedrijfsremmen intrappen en
de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen
dat de machine van zijn plaats rolt. Als u het
gaspedaal gebruikt om de machine op de helling
tot stilstand te brengen, kan de machine schade
oplopen.
1.
Haal uw voet van het gaspedaal.
2.
Druk het rempedaal langzaam in om met de
bedrijfsremmen de machine volledig tot stilstand
te brengen.
Opmerking:
kan variëren, afhankelijk van de lading en de
snelheid van de machine.
De machine parkeren
1.
Breng de machine op een horizontale
ondergrond tot stilstand door het rempedaal van
de bedrijfsremmen in te trappen.
2.
Stel de parkeerrem in werking door de
parkeerremhendel op te trekken.
3.
Draai het sleuteltje van de contactschakelaar
linksom naar de stand U
4.
Verwijder de sleutel uit de contactschakelaar.
Een nieuwe machine
inrijden
Onderhoudsinterval: Na de eerste 100
bedrijfsuren—Neem de richtlijnen
voor het inrijden van een nieuwe
machine in acht.
Neem de richtlijnen voor het inrijden van een nieuwe
machine in acht om ervoor te zorgen dat deze goede
prestaties levert en een lange levensduur heeft.
•
Controleer of de remmen gebruiksklaar zijn
gemaakt; zie
5 De remmen gebruiksklaar maken
(bladz.
13).
•
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen
en de motorolie. Let op signalen van oververhitting
van de machine of onderdelen ervan.
24
Als de motor koud is, moet u het
De lengte van de remweg
.
IT
AN
IT