Figuur 13
1. Hendel
2. Steunstang
2.
Zet de steunstang in de borgsleuf om de laadbak
vast te zetten
(Figuur
Figuur 14
1. Borgsleuf
Laadbak neerlaten
WAARSCHUWING
De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere
lichaamsdelen kunnen bekneld raken.
Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit
de buurt van de bak als u deze neerlaat.
1.
Til de laadbak licht omhoog door de
grendelhandgreep omhoog te brengen
13).
2.
Neem de steunstang uit de palopening
14).
3.
Laat de bak neer tot hij stevig vergrendeld is
(Figuur
14).
g014860
3. Borgsleuf
14).
g029622
2. Steunstang
(Figuur
(Figuur
De achterlaadklep openen
1.
Zorg dat de laadbak omlaag en vergrendeld is.
2.
Til de klepjes op het achterste paneel van de
achterlaadklep omhoog
1. Flens van achterlaadklep
(laadbak)
2. Borgflens (achterlaadklep)
3.
Lijn de borgflenzen van de achterlaadklep uit
met de openingen tussen de flenzen van de
achterlaadklep van de laadbak
4.
Draai de achterlaadklep naar achteren en
omlaag
(Figuur
De achterlaadklep sluiten
Als u los materiaal zoals zand, kiezels of houtsnippers
uit de laadbak van de machine hebt gestort, kan een
deel van het gestorte materiaal tussen de hengsels
van de achterlaadklep beland zijn. Doe het volgende
voordat u de achterlaadklep sluit.
1.
Verwijder handmatig zo veel mogelijk materiaal
van tussen de hengsels.
2.
Draai de achterlaadklep ongeveer in de
45°-stand
(Figuur
19
(Figuur
15).
Figuur 15
3. Tillen (klepje)
4. Naar achteren en omlaag
draaien
(Figuur
15).
16).
g024490
15).