Figuur 17
1. Vulbuis (reservoir)
2. Reservoirdop
3.
Kijk naar de omtreklijn van het vloeistofpeil aan
de zijkant van het reservoir
Opmerking:
Het peil moet hoger staan dan de
Minimum-streep.
Figuur 18
1. Reservoir voor
remvloeistof
4.
Doe het volgende als het vloeistofpeil te laag is:
A.
Reinig de omgeving van de reservoirdop en
verwijder de dop
B.
Giet DOT 3 remvloeistof in het reservoir
tot het vloeistofpeil boven de Minimum-lijn
staat
(Figuur
Opmerking:
in het reservoir.
C.
Plaats de dop weer op het reservoir
17).
5.
Sluit de motorkap van de machine.
3. DOT 3-remvloeistof
(Figuur
18).
2. Minimum-streep
(Figuur
17).
18).
Giet niet te veel remvloeistof
Het motoroliepeil
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Het motoroliepeil controleren
Opmerking:
het carter; u dient echter het oliepeil te controleren
g033037
voor- en nadat u de motor start.
Type olie: Reinigingsolie (API-onderhoudsclassifica-
tie SF, SG, SH, SJ of hoger)
Viscositeit: Zie onderstaande tabel
g002136
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, stel de parkeerrem in werking,
schakel de motor uit en neem het sleuteltje uit
de contactschakelaar.
2.
Zet de laadbak omhoog; zie
(bladz.
3.
Maak de omgeving van de oliepeilstok en de
vuldop
er vuil niet in de buis van de peilstok of de
vulopening kan vallen en de motor beschadigen.
(Figuur
21
Controleer elke dag het
motoroliepeil voordat u de motor
start.
De machine wordt geleverd met olie in
Figuur 19
De laadbak ophalen
18).
(Figuur
20) schoon met een doek zodat
g002134