Figuur 35
1. Borgpen
2. Moerzekering
9.
Monteer de borgpen en plooi beide uiteinden
rond de borgschroef
10.
Plaats de stofkap op de naaf
11.
Herhaal stap
1
tot en met
rotor aan de andere kant van de machine.
De remmen en wielen monteren
1.
Reinig de 2 flenskopbouten (⅜" x ¾") en
breng een laag schroefdraadborgmiddel met
gemiddelde sterkte aan op de draden van de
bouten.
2.
Lijn de remblokken aan beide zijden van de
rotor
(Figuur
30) en de openingen in de beugel
van de remklauw uit met de openingen in de
rembevestiging van het asframe
3.
Bevestig de beugel van de remklauw aan het
asframe
(Figuur
30) met de 2 flenskopbouten
(⅜" x ¾").
Draai de 2 flenskopbouten vast met een torsie
van 47 tot 54 N·m.
4.
Lijn de openingen in het wiel uit met de bouten
van de naaf en monteer het wiel op de naaf met
het ventiel naar buiten gericht
Opmerking:
Zorg dat het montagevlak van het
wiel gelijk komt met de naaf.
5.
Bevestig het wiel aan de naaf met de wielmoeren
(Figuur
29).
Draai de wielmoeren vast met een torsie van
108 tot 122 N·m.
6.
Herhaal stap
1
tot en met
wiel aan de andere kant van de machine.
3. Stofkap
(Figuur
35).
(Figuur
35).
10
voor de naaf en de
(Figuur
34).
(Figuur
29).
5
voor de rem en het
Onderhoud motor
Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Opmerking:
g033054
onderhoudsbeurt krijgen (om de paar uren) als de
machine wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of
zanderige omstandigheden.
Het luchtfilter controleren
1.
Breng de laadbak omhoog en ondersteun deze
met de steunstang.
2.
Controleer de luchtfilterbehuizing op
beschadigingen die een luchtlek zouden kunnen
veroorzaken
Opmerking:
afdicht rond de luchtfilterbehuizing.
Opmerking:
-behuizingen moet u vervangen.
33
Vervang het element van het
luchtfilter eerder als het vuil of
beschadigd is.
Het luchtfilter moet vaker een
(Figuur 36
en
Figuur
Verzeker dat het deksel goed
Beschadigde luchtfilterdeksels of
Figuur 36
37).
g037010