Parkeerremhendel
De parkeerremhendel bevindt zich tussen de stoelen
(Figuur 6
en
Figuur
7). Als u de motor afzet, moet u
de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen
dat de machine per ongeluk in beweging komt. Trek
de parkeerremhendel omhoog om de parkeerrem in
te schakelen. Duw de hendel naar beneden om de
parkeerrem vrij te zetten.
Chokeknop
De chokeknop bevindt zich rechtsonder naast de
bestuurdersstoel. Als u een koude motor wilt starten,
trek dan de chokeknop uit
is gestart, kunt u met behulp van de choke de motor
regelmatig laten lopen. Zodra de motor warmgedraaid
is, drukt u de chokeknop in naar de stand U
1. Schakelhendel
Schakelhendel
De schakelhendel bevindt zich tussen de stoelen en
onder de parkeerremhendel. De schakelhendel heeft
3 standen: V
, A
OORUIT
8).
Opmerking:
U kunt de motor in elke van de drie
standen starten en laten lopen.
Belangrijk:
De machine moet altijd eerst tot
stilstand worden gebracht voordat u schakelt.
Claxonknop
Uitsluitend model 07235TC
De claxonknop bevindt zich in de linkeronderhoek van
het dashboard
(Figuur
de claxon te laten klinken.
(Figuur
8). Nadat de motor
IT
Figuur 8
2. Chokehendel
en N
CHTERUIT
EUTRAAL
9). Druk op de claxonknop om
1. Claxonknop (model
.
07235TC)
2. Urenteller
3. Lichtschakelaar
Lichtschakelaar
De lichtschakelaar bevindt zich aan de linkerkant
van de stuurkolom
lichtschakelaar om de koplampen aan te zetten. Druk
de lichtschakelaar naar boven om de koplampen in te
schakelen, en naar beneden om de koplampen uit te
schakelen.
Urenteller
g027617
De urenteller bevindt zich links van de lichtschakelaar
(Figuur
9). Gebruik de urenteller om na te gaan
hoeveel uur de motor in bedrijf is geweest. De
urenteller gaat lopen als de contactschakelaar in de
stand A
AN
Lampje voor motoroliedruk
Het lampje voor de motoroliedruk bevindt zich rechts
(Figuur
van de stuurkolom
de bestuurder dat de oliedruk in de motor beneden
een veilig niveau daalt. Als het lampje aangaat en
blijft branden, moet u de motor uitschakelen en het
motoroliepeil controleren. Vul indien nodig olie bij in
de motor; zie
Opmerking:
Deze toestand is normaal en vereist geen actie.
15
Figuur 9
4. Oliedruklampje
5. Contactschakelaar
6. Aansluitpunt
(Figuur
9). Gebruik de
wordt gezet of als de motor loopt.
(Figuur
9). Dit lampje waarschuwt
Motoroliepeil controleren (bladz.
Het oliedruklampje kan gaan knipperen.
g027614
34).