Als uw land of regio in de tabel voorkomt, bezit u waarschijnlijk een parallel telefoonsysteem. Als
●
u een parallel telefoonsysteem gebruikt, kunt u gedeelde apparatuur voor telefonie aansluiten op
de telefoonlijn via de poort "2-EXT" aan de achterzijde van de printer.
Afbeelding B-18
1
2
3
4
De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
1.
Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2.
Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is
aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit
het uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer.
3.
Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
4.
Sluit het ene uiteinde van het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting op de
wand en het andere uiteinde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING:
uw land/regio.
Als u het meegeleverde telefoonsnoer niet gebruikt om de printer op de telefoonwandaansluiting
aan te sluiten, kunt u waarschijnlijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de
telefoonsnoeren die misschien al in uw huis of kantoor aanwezig zijn.
5.
Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de
computer, moet u die instelling uitschakelen.
OPMERKING:
software van uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
164 Bijlage B Bijkomende faxinstallatie
Achteraanzicht van de printer
Telefoonaansluiting op de wand
Gebruik het telefoonsnoer dat bij de printer is geleverd en verbindt dit met de 1-LINE-poort.
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor uw land/
regio.
Computer met modem
Telefoon
U moet mogelijk het bijgeleverde telefoonsnoer aansluiten op de adapter voor
Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de
NLWW