9
Gebruik geen buitensporig onthard water. Als het water buiten-
sporig onthard is (totaalhardheid < 5° f), kan dit corrosie veroorza-
ken bij contact met metalen elementen (leidingen of onderdelen
van de thermische module)
9
Verhelp onmiddellijk eventuele verliezen of gedruppel want hier-
door kan er lucht binnendringen in het systeem
9
Buitensporige drukschommelingen kunnen spanning en ver-
moeidheid in de warmtewisselaar veroorzaken. Houd een con-
stante werkdruk aan.
9
Het vulwater en het eventuele bijvulwater van de installatie moe-
ten altijd worden gefilterd (filters met een synthetisch of metalen
gaas met een filtercapaciteit van niet minder dan 50 micron) om
afzettingen te vermijden die op hun beurt corrosie kunnen ver-
oorzaken.
9
Wanneer er in de installaties continu of met tussenpozen zuur-
stof wordt aangevoerd (b.v. vloerverwarming zonder synthetische,
verspreidingbestendige buizen, circuits met open expansievat,
frequent bijvullen) moeten de systemen altijd gescheiden worden.
0
Het is verboden de verwarmingsinstallatie voortdurend of vaak bij
te vullen want dit kan de warmtewisselaar van de thermische mo-
dule beschadigen. Maak daarom geen gebruik van automatische
vulsystemen.
Om het contact tussen lucht en water uit te sluiten (en de opneming
van zuurstof door het water dus te vermijden), is ten slotte nodig dat:
− het expansiesysteem er een is met gesloten vaten, de juiste af-
metingen en de juiste voorlaaddruk heeft (regelmatig te contro-
leren)
− de druk in de installatie altijd hoger is dan de atmosferische
druk op eender welk punt (waaronder aan de aanzuigkant van
de pomp) en in eender welke werkingsomstandigheden (in een
installatie zijn alle dichtingen en hydraulische koppelingen ont-
worpen om naar buiten aan druk te weerstaan maar niet naar
binnen)
− de installatie niet is vervaardigd uit materialen waar gassen door
kunnen dringen (bijvoorbeeld plastic leidingen voor vloerinstal-
laties zonder antioxiderende barrière)
9
Storingen in de thermische module die voorkomen als gevolg van
afzettingen en corrosie, worden niet gedekt door de garantie. Als
de in dit hoofdstuk vermelde watervereisten niet worden nage-
leefd vervalt bovendien de garantie van dit apparaat.
2.12 De installaties vullen en ledigen
Voor de thermische module Condexa PRO moet een laadsysteem wor-
den voorzien dat wordt aangesloten op de terugloopleiding van het
apparaat.
RI
Alvorens de installatie te vullen en te ledigen, moet de hoofdschakelaar
van de installatie in de uitgeschakelde stand (OFF) worden gezet en de
hoofdschakelaar van de thermische module moet op (0) worden gezet.
2.12.1
Vullen
− Alvorens met het vullen te beginnen, controleer of de afvoerkra-
nen van de installatie (1) gesloten zijn
Condexa PRO 35 P - Condexa PRO 50 P
1
Condexa PRO 57 P ÷ Condexa PRO 135
1
27
INSTALLATIE