Figuur 10
1. Borgpen
8. Als u een voormaaidek monteert, moet u het maaidek
onder de hefarm schuiven, terwijl u de as van het
draagframe in het juk van het draaipunt van de hefarm
steekt (Figuur 11).
Figuur 11
1. Hefarm
2. As van draagframe
9. Ga als volgt te werk bij de montage van de
achtermaaidekken als de maaihoogte hoger dan 1,9 cm
is.
A. Verwijder de lynch-pen en de ring waarmee de as
van het draaipunt van de hefarm is bevestigd aan
de hefarm, en schuif de as uit de hefarm (Figuur
12).
2. Kapje
3. Juk van draaipunt van
hefarm
1. Lynch-pen van as van draaipunt van hefarm en ring
B. Plaats het juk van de hefarm op de as van het
draagframe (Figuur 11).
C. Steek de as van de hefarm in de hefarm en zet
deze vast met de ring en de lynch-pen (Figuur 12).
10. Plaats het kapje op de as van het draagframe en het
juk van de hefarm.
11. Zet het kapje en de as van het draagframe vast aan
het juk van de hefarm met de borgpen. Gebruik de
sleuf als een sturend maaidek is gewenst of de opening
als het maaidek moet worden vastgezet in zijn stand
(Figuur 10).
12. Bevestig de ketting van de hefarm aan de kettingbeugel
met de borgpen (Figuur 13). Gebruik het aantal
kettingschakels volgens de instructies in de
Gebruikershandleiding van het maaidek.
1. Ketting van hefarm
13. Bij maaidek nr. 4 (links vooraan) en 5 (rechts vooraan)
moet u de slangen van de motor van de messsenkooi in
de overeenkomende slanggeleider brengen.
14. Smeer schoon vet op de sleufas van de motor van de
messenkooi.
15. Smeer olie op de O-ring van de motor van de
messenkooi en plaats deze op de flens van de motor.
16. Plaats de motor door deze rechtsom te draaien zodat
de flenzen van motor loskomen van de bouten (Figuur
14). Draai de motor linksom totdat de flenzen om de
bouten zitten en draai vervolgens de bouten vast.
17
Figuur 12
Figuur 13
2. Kettingbeugel