Onderhoud riemen
De conditie en de spanning van de riem van de
wisselstroomdynamo moeten na de eerste gebruiksdag
worden gecontroleerd en vervolgens om de 100 bedrijfsuren.
Riem van wisselstroomdy-
namo spannen
1. Open de motorkap.
2. Controleer de spanning van de riem door deze (Figuur
77) midden tussen poelies van de wisselstroomdynamo
en de krukas in te drukken met een kracht van 10 kg.
Figuur 77
1. Beugel
2. Riem van
wisselstroomdynamo
De riem moet een speling van 11 mm hebben. Als
de speling niet correct is, gaat u verder met stap 3.
Indien de speling correct is, gaat u verder met uw
werkzaamheden.
3. Draai de bout los waarmee de beugel is bevestigd aan
de motor (Figuur 77), alsmede de bout waarmee de
wisselstroomdynamo is bevestigd aan de beugel en de
ankerbout.
4. Plaats een rolkoevoet tussen de wisselstroomdynamo
en de motor en wrik de wisselstroomdynamo los.
5. Als de juiste spanning is verkregen, draait u de
wisselstroomdynamo, de beugel en de ankerbouten
vast om de afstelling te borgen.
3. Ankerbout
Onderhoud hydraulisch
systeem
Hydraulische vloeistof
verversen
Ververs de hydraulische vloeistof in normale omstandigheden
om de 800 bedrijfsuren. Als de vloeistof verontreinigd raakt,
moet u contact opnemen met uw plaatselijke Toro-dealer
omdat het systeem dient te worden schoongespoeld.
Verontreinigde hydraulische vloeistof ziet er in vergelijking
met schone vloeistof melkachtig of zwart uit.
1. Zet de motor af en open de motorkap.
2. Plaats een grote opvangbak onder de nippel aan de
onderzijde van het hydraulische reservoir (Figuur 78).
1.
Slang
3. Maak de slang los van de onderkant van de nippel en
laat de hydraulische vloeistof in de opvangbak lopen.
4. Monteer de slang als er geen hydraulische vloeistof
meer naar buiten komt.
5. Vul het reservoir met ongeveer 30 liter hydraulische
vloeistof; zie Hydraulische vloeistof controleren.
Belangrijk: Gebruik uitsluitend de
voorgeschreven typen hydraulische vloeistof.
Andere vloeistoffen kunnen schade aan het
systeem veroorzaken.
6. Plaats de dop weer op het reservoir.
7. Start de motor en gebruik alle hydraulische
bedieningsorganen om de hydraulische vloeistof door
het hele systeem te verspreiden. Controleer ook op
lekkages.
8. Zet de motor af.
9. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof en vul
voldoende vloeistof bij totdat het peil de Vol-markering
op de peilstok bereikt.
54
Figuur 78