De gashendel afstellen
1. Zet de gashendel naar voren zodat deze ongeveer
0,3 cm van de voorkant van de gleuf in de
bedieningsarm zit.
2. Maak de klem van de gaskabel op de gaskabel los.
Deze zit naast de hefboomarm van de injectiepomp
(Figuur 65).
Figuur 65
1. Draaipunt van gaskabel
2. Hefboomarm van
injectiepomp
3. Houd hefboomarm van de injectiepomp tegen de
regelschroef voor het stationair toerental (Figuur 65).
4. Trek de gaskabel strak en zet de klem van de gaskabel
vast.
Opmerking: Als de kabelklem is vastgezet, moet
het draaipunt van de kabel onbelemmerd kunnen
ronddraaien op de hefboomarm van de injectiepomp.
5. Als de gashendel tijdens het gebruik niet in positie
blijft, moet u de borgmoer waarmee de frictieregelaar
op de gashendel wordt vastgezet verder aandraaien.
3. Regelschroef voor
stationair toerental
4. Klem van gaskabel
Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden zijn dieselbrandstof
en brandstofdampen uiterst ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van brandstof kan
brandwonden of materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter of tuit; brandstof
uitsluitend in de open lucht bij een afgezette
of koude motor bijvullen. Eventueel gemorste
brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul de
brandstoftank tot maximaal 6-13 mm onder de
onderkant van de vulbuis. Dit geeft de brandstof
in de tank ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig bent
en houd de brandstof weg van open vlammen
of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige en
goedgekeurde containers en zorg dat de dop op
zijn plaats blijft.
Brandstof aftappen uit de
brandstoftank
Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren
Vóór de stalling
De tank moet worden afgetapt en gereinigd als het
brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de machine voor
langere tijd wordt gestald. Gebruik schone brandstof om de
tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en
aansluitingen controleren
Controleer de brandstofleidingen en -verbindingen om
de 400 bedrijfsuren of jaarlijks, waarbij de kortste periode
moet worden aangehouden. Controleer ze op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
Onderhoud van de
waterafscheider
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
Verwijder dagelijks water of ander vuil uit de waterafscheider
(Figuur 66). Vervang de filterbus om de 400 bedrijfsuren.
1. Plaats een schone opvangbak onder het brandstoffilter.
2. Draai de aftapplug onder de filterbus los.
48