Figuur 111
1. Bouten van 3/4 inch
Opmerking: U moet de achterwielen verwijderen
om de achterste bouten (3/4 inch) aan te draaien.
Nadat u de framebouten vastgedraaid hebt, moet u de
achterwielen monteren en de wielmoeren aandraaien
met een torsie van 88 tot 115 N·m.
35. Breng op elke cabinebevestiging, bij de achterste
montagelocaties, een rubberen bevestiging aan
112).
Figuur 112
1. Cabinebevestiging
36. Laat de cabine op haar plaats zakken door de
krikbouten aan weerszijden van de krikbuis langzaam
en gelijkmatig los te draaien
2. Koppelingspen
(Figuur
2. Rubberen bevestiging
(Figuur
113).
1. Krikbouten
37. Bevestig aan de achterste bevestigingspunten de cabine
op de machine met een bout (1/2 x 3 inch), een stalen
ring (1/2 x 2-1/2 inch), een rubberen ring (1/2 x
2-1/2 inch) en een moer (1/2 inch)
Opmerking: Draai de vier cabinebevestigingsbouten
aan tot de rubberen bevestigingen samengedrukt zijn
tot een dikte van 2,2 cm.
1. Rubberen bevestiging
38. Draai de bouten en moeren aan waarmee de achterste
cabinebevestigingen vastzitten aan de rolbeugelstangen
(Figuur
115).
Opmerking: Stel de krik af als de bouten vastlopen
en moeilijk te verwijderen zijn.
45
Figuur 113
2. Krikbuis van cabine
(Figuur
Figuur 114
2. 2,2 cm
114).