Rolbeugelset. zitmaaier met speciale zakken (8 pagina's)
Samenvatting van Inhoud voor Toro Groundsmaster 7200 Polar Trac
Pagina 1
Form No. 3395-744 Rev A Polar Trac cabine Groundsmaster ® 7200-serie Modelnr.: 30474—Serienr.: 315000001 en hoger Modelnr.: 30675—Serienr.: 315000001 en hoger *3395-744* A Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL)
Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U aandacht verdient. dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden.
Inhoud Veiligheid Veiligheid ..............3 Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of Veilige bediening ............. 3 eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico van Veiligheids- en instructiestickers ........ 6 letsel te vermijden, dient u zich aan de volgende Montage ............... 9 veiligheidsinstructies te houden en altijd op het 1 De hitteschermen monteren ........11 veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig,...
Vóór ingebruikname • De uitlaatgassen van de motor bevatten koolmonoxide, een reukloos, dodelijk gif. Laat de motor niet binnenshuis • Draag tijdens het werk altijd een lange broek en stevige of in een afgesloten ruimte lopen waar damp zich kan schoenen.
• Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt achterlaat, • Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen. moet u het werktuig neerlaten, tenzij u een betrouwbare mechanische vergrendeling gebruikt. Maaien op hellingen •...
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. De volgende sticker met instructies wordt aangebracht op onderdelen die bij deze set worden geleverd en wordt gebruikt bij de conversie.
Pagina 7
130-5361 1. Waarschuwing – lees de Gebruikershandleiding; bestuur de machine alleen als u op de bestuurdersstoel zit; draag een veiligheidsgordel; draag gehoorbescherming.
Pagina 8
121-8378 1. Ventilator – uit 5. Buitenlucht 6. Binnenlucht 2. Ventilator – aan (maximaal vermogen) 3. Koude lucht 7. Airconditioning – uit 4. Warme lucht 8. Airconditioning – aan 125-9659 1. Koplamp – aan 5. Gevarenlicht – aan 2. Koplamp – uit 6.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Hoeveel- Procedure Omschrijving Gebruik heid Hittescherm – achterpaneel Hittescherm – stoel De hitteschermen monteren. Rubberen ring Cabine-eenheid (geleverd bij cabinemodel 30474) Nippelkoppeling Snelkoppeling Slangklem T-fitting Slangklem – groot Het koelsysteem van de motor gebruiksklaar maken.
Pagina 10
Hoeveel- Procedure Omschrijving Gebruik heid Slangovertrek Kabelklemband Winterframe Wiel en band Het winterframe monteren. Wielmoer Koppelingspen Rupsbanden De bevestigingssteunen van de cabine – Geen onderdelen vereist monteren. Afdichtingsrubber De panelen monteren. Achterste schuimrubber (geleverd bij cabinemodel 30474) Schuimrubber rechts achteraan (geleverd bij cabinemodel 30474) Schuimrubber links achteraan (geleverd bij cabinemodel 30474)
Opmerking: Alle verwijzingen naar de installatie of 5. Maak op het achterpaneel de zijde aan de motor bediening van de cabine hebben alleen betrekking op schoon. cabinemodel 30474. Opmerking: Zorg dat vet en/of olie van het paneel Belangrijk: De bevestigingen op de deksels van deze is verwijderd om een goede bevestiging te garanderen.
10. Steek de stoelkabelboom door de inkeping in het hittescherm. 11. Breng rubberen ringen aan in de 3 gaten in de achterframebevestiging, zie Figuur Figuur 7 1. Rubberen ring g028354 Figuur 5 1. Kabelboomaansluiting van stoelschakelaar Het koelsysteem van de motor 8.
Pagina 13
6. Monteer de vrouwelijke snelkoppelfitting, de stofplug en een rechte nippelkoppeling met een slangklem op de juiste verwarmingsslang. Opmerking: Gebruik voor machines met Yanmar-motor de verwarmingsslang van 86,3 cm. Gebruik voor machines met Kubota-motor de verwarmingsslang van 132 cm. Dit is de retourslang. 7.
Figuur 11 1. Onderste radiateurslang 2. Witte lijn g028095 Figuur 13 10. Monteer de T-fitting in de slangen en bevestig met Yanmar-motor slangklemmen, zoals wordt getoond in Figuur 12 Figuur 1. Radiateurslang 3. Retourslang 2. T-fitting Opmerking: Voor machines met een Kubota-motor moet de slangribbel naar achteren wijzen, naar het scherm van de radiateurventilator.
Pagina 15
Figuur 14 1. Drukslang 3. Kabelklemband 2. Retourslang Figuur 16 2. Koppel de draad los en verwijder de thermoschakelaar 1. Thermostaatbehuizing van 3. Drukslang van de linkerzijde van de thermostaatbehuizing van de motor motor (Figuur 15). Gooi de schakelaar weg. 2.
6. Monteer de nieuwe dubbele contactschakelaar op de rechterzijde van de thermostaatbehuizing van de motor (Figuur 18). g028372 Figuur 19 1. Drukslang 2. Retourslang Figuur 18 1. Dubbele contactschake- 2. Draad van oude 2. Koppel de draden los en verwijder de thermoschakelaar laar linkerschakelaar van de linkerzijde van de thermostaatbehuizing van de...
g028373 Figuur 21 1. Drukslang 3. Slangadapterfitting Figuur 22 2. Slangklem 1. Kap van bedieningspaneel 2. Vergrendelingen 4. Koppel het vrije uiteinde van de drukslang aan op de adapterfitting van de thermostaatbehuizing van de 3. Leid de lange cabinedraad met 3 aansluitingen motor (Figuur 21).
9. Sluit de rode draad van de kabelboom aan op de voedingskabelboom. 10. Steek de aansluiting van de voedingskabelboom door de rubberen huls van de pluskabel van de accu. 11. Sluit de voedingskabelboom aan op de pluskabel van de accu (Figuur 26).
Opmerking: De beugel en het wasreservoir horen aan de linkerzijde van het frame. g028230 g028229 Figuur 28 Yanmar-modellen Figuur 27 Kubota-modellen 1. Wasreservoir 4. Beugel 2. Moer 5. Slotbout 1. Moer 5. Slotbout 3. Bout 2. Bout 6. Bout 3. Slotbout 7.
Maaidek verwijderen Benodigde onderdelen voor deze stap: Verticale buissteun Conversiebeugel, links Conversiebeugel, rechts Figuur 29 Gaffelpen Zelftappende schroef (1/4 inch) 1. Buis van achterbumper 2. Krik Schroef (3/8 x 2-1/4 inch) Flensmoer (3/8 inch) 2. Monteer de bodemplaat (Figuur 30) als volgt op het frame onder de motor: Slangplug A.
Pagina 21
2. Op tractie-eenheden met een serienummer kleiner gebruik hierbij een schroef (3/8 x 2-1/4 inch) en dan 312999999 bevestigt u de verticale buissteun aan flensmoer (3/8 inch) (Figuur 33). de achterste hoeken van het maaidekframe; gebruik 5. Maak de bodemplaat los van de stoelplaat door de 2 hierbij een gaffelpen en een zelftappende schroef van draaipennen waarmee ze verbonden zijn te verwijderen.
Pagina 22
Opmerking: Bewaar 4 bouten om deze opnieuw te monteren en bewaar de overige bouten, ringen en moeren voor de zomerconversie. Opmerking: U kunt de krik omhoog of omlaag brengen om de bouten gemakkelijker te kunnen verwijderen. Laat de krik volledig neer zodra u de bouten verwijderd hebt.
Het winterframe monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Slangovertrek Kabelklemband Winterframe Wiel en band Wielmoer Koppelingspen Figuur 41 Rupsbanden 1. Ring en moer op steunbout van draaispil (2) Procedure 3. Steek een blok hout tussen de voorste aanslag van 1. Verwijder de 2 schroeven waarmee de inspectieluiken het draaistel en het frame om het winterframe naar aan de zijkanten bevestigd zijn en verwijder de luiken achteren te kantelen...
Pagina 24
Figuur 45 1. Aandrijfas 2. Framebuis Figuur 43 8. Leid de slangen als volgt: 1. Pomp 2. Fitting van drukslang (45 graden gedraaid) • Leid de drukslang onder de hefcilinder en tussen de bevestigingsbeugels van de cilinder naar de klep (Figuur 46).
Pagina 25
2, 3 G016205 Figuur 49 1. Koppelingspen Figuur 47 1. Drukslang 4. Kabelklemband 14. Stel de krik zo af dat u aan beide zijden de bouten (3/4 inch) kunt monteren (Figuur 50). 2. Tankslang 5. Bouten 3. Slangovertrek 6. Rolpen Opmerking: Draai de bouten vast met een torsie van 359 N·m.
Pagina 26
VOORZICHTIG De rupsbandgeleiders hebben veel mogelijke knelpunten. Contact met één van deze knelpunten kan ernstige persoonlijke letsels veroorzaken. Neem de rubberen rupsband voorzichtig vast aan de buitenranden – vóór de stalen geleiders – wanneer u de rupsband probeert te bewegen. 23.
Opmerking: Mogelijk moet u de krik naar de achterbumper verplaatsen om de achterkant van de machine hoog genoeg te brengen zodat u de platte ring en borgmoer kunt plaatsen. 27. Monteer de inspectieluiken aan de zijkant; gebruik de schroeven die u eerder verwijderd hebt (Figuur 55).
3. Bevestig het bovenste gedeelte van het paneel aan de dwarsstang van het frame; gebruik hierbij 3 schroeven die u eerder verwijderd hebt. 4. Het scherm van de bodemplaat monteren (Figuur 58). De schuimrubber afdichtingen op de cabine monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Achterste schuimrubber (geleverd bij cabinemodel 30474) Schuimrubber rechts achteraan (geleverd bij...
Pagina 29
Figuur 59 Achterkant van de cabine 1. Middelste schuimrubber 4. Achterste schuimrubber links rechts Figuur 60 2. Achterste schuimrubber 5. Middelste schuimrubber links rechts 1. Middelste schuimrubber 4. Zijschuimrubber links 3. Achterste schuimrubber 2. Tankschuimrubber links 5. Zijschuimrubber rechts 3. Kanaal 6.
De cabine monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: Rubberen cabinebevestiging (bij cabinemodel 30474 geleverd) Bout (1/2 x 3 inch) (bij cabinemodel 30474 geleverd) Stalen ring (geleverd bij cabinemodel 30474) Rubberen ring (geleverd bij cabinemodel 30474) Moer (1/2 inch) (bij cabinemodel 30474 geleverd) g027683 Hoekmat (bij cabinemodel 30474 geleverd) Figuur 63...
Pagina 31
6. Monteer de achterste rubberen bevestigingen en de steunen van de cabinebevestigingen losjes aan weerszijden van de achterste bevestigingen van de cabine. (Figuur 65). g028096 Figuur 65 1. Cabine 3. Frame van de machine 2. Cabinebevestiging 4. Rubberen bevestiging 7. Bevestig de cabine op elk bevestigingspunt aan de machine met een bout (1/2 x 3 inch), een stalen ring, een rubberen ring en een moer (1/2 inch) (Figuur 66...
Opmerking: Zorg dat de leiding niet in de buurt komt van hete of bewegende onderdelen. Vul het reservoir voor de sproeiervloeistof. 7. Koppel de aansluiting van de sproeierpomp aan op de De laatste aansluitingen pomp die zich op het reservoir bevindt. maken en de werking 8.
Algemeen overzicht Gebruiksaanwijzing van de machine Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Veiligheid staat voorop Lees alle veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf letsel oplopen. GEVAAR Bij maaien op nat gras, ijs of een gladde, steile helling bestaat de kans dat de wielen slippen en u...
De draden van de sneeuwblazer leiden Leid de draden van de sneeuwblazer van de cabine door het oog naar de sneeuwblazer. De machine converteren van Figuur 70 winter- naar zomergebruik 1. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 1. Start de machine en verwijder werktuigen. Opmerking: Plaats de machine zodanig dat het De werktuigen gebruiken winterframe kan worden weggerold en vervangen door...
Pagina 35
2, 3 G016205 Figuur 75 Figuur 73 1. Ring en moer op steunbout van draaispil 1. Drukslang 4. Kabelklemband 2. Tankslang 5. Bouten 8. Plaats een geschikte krik onder het midden van de 3. Slangovertrek 6. Rolpen draaibuis van de voorste hefarm. 9.
Pagina 36
Opmerking: Zorg ervoor dat alle contacten schoon zijn voordat u aansluitingen maakt. 26. Verwijder de 2 bouten (3/4-inch diameter) waarmee het voorframe bevestigd is aan het achterframe, vóór de aandrijfwielen aan weerszijden van het frame (Figuur 78). Opmerking: Laat de koppelingspennen nog zitten.
Pagina 37
34. Til de achterkant van de cabine tot boven de rug van de stoel. Draai hiervoor langzaam en gelijkmatig de krikbouten (Figuur 82) aan weerszijden van de krikbuis van de cabine steeds een beetje vaster. Opmerking: Wissel regelmatig van kant zodat de bouten de cabine gelijkmatig ondersteunen en op hun plaats blijven zitten in de gaten in de bodemplaat.
Pagina 38
Opmerking: Zorg ervoor dat de achterkant van de 39. Verwijder de hefcilinderpennen en de cabine boven de stoel en de bedieningshendels komt. achteraandrijfwielen (indien nodig) om toegang Verplaats indien nodig de krik om speling te krijgen te krijgen tot de bouten aan de rechterzijde. tussen de stoel en de achterkant van de cabine.
g028363 Figuur 88 1. Regelklep 3. Drukslang Figuur 90 2. Tankslang 1. Rolbeugelstang 2. Steun van cabinebevestiging 45. Monteer de achterkant van de hefcilinder van het maaidek op de draaipen en bevestig met de borgring (Figuur 89). 48. Plaats de rolbeugel op de rolbeugelstangen. 46.
Pagina 40
Opmerking: Plaats de machine op een egaal 5. Plaats een geschikte krik onder de buis van de oppervlak zodat het maaidekframe kan worden achterbumper en hef de achterwielen van de grond weggerold en vervangen door het winterframe. (Figuur 94). 2. Zet de machine uit. 3.
Pagina 41
Figuur 98 G024845 1. Bodemplaat Figuur 96 1. Maaidekframe 5. Zelftappende schroef 14. Verwijder de rolpen en draai de 2 tapbouten los 2. Flensmoer 6. Verticale buissteun waarmee de aandrijfas aan de as van de tandwielkast is 3. Conversiebeugel 7. Zelftappende schroef bevestigd (Figuur 99).
Pagina 42
g028363 Figuur 100 1. Regelklep 3. Drukslang 2. Tankslang g028364 Figuur 101 17. Sluit de slang en de fitting af met een kap en plug. 1. 3 bevestigingsbouten (3/4 inch), ringen en moeren 18. Trek de tankslang achteruit, naar de achterkant van het (linkerzijde) frame.
Pagina 43
Figuur 105 1. Aandrijfas 2. Framebuis Figuur 103 Opmerking: Als de achterkant van de cabine niet 1. Pomp 2. Fitting van drukslang boven de bedieningshendels uitkomt, draait u de (45 graden gedraaid) krikbouten aan weerszijden van de krikbuis van de cabine gelijkmatig aan om de achterkant van de cabine 26.
Pagina 44
Figuur 109 1. Aandrijfwiel voor zomerseizoen. G016166 Monteer de winterbanden met 2 wielmoeren aan elke Figuur 107 zijde. 1. Tankslang 2. Drukslang 33. Stel de krik zo af dat de framegaten van 2,5 cm uitgelijnd zijn en breng aan elke zijde een koppelingspen (Figuur 110).
Pagina 45
Figuur 111 1. Bouten van 3/4 inch 2. Koppelingspen Opmerking: U moet de achterwielen verwijderen Figuur 113 om de achterste bouten (3/4 inch) aan te draaien. 1. Krikbouten 2. Krikbuis van cabine Nadat u de framebouten vastgedraaid hebt, moet u de achterwielen monteren en de wielmoeren aandraaien met een torsie van 88 tot 115 N·m.
Pagina 46
G009488 Figuur 117 1. Drukslang 2. Tankslang Figuur 115 41. Til de achterkant van de machine op tot u 2 kriksteunen 1. Cabinebevestiging 3. Bouten en moeren onder de achterbuis kunt zetten op een hoogte die 2. Rolbeugelstang 4. Rolbeugelstang ervoor zorgt dat de achterwielen 2,5 tot 7,5 cm van de grond komen.
Pagina 47
Opmerking: Draai de wielmoeren vast met een torsie van 88 tot 115 N·m. Figuur 119 Figuur 121 1. Voorwiel 46. Til de rupsbanden voorzichtig over de achterwielen 50. Laat de krik zakken tot de voorwielen het frame dragen. en de voorste naven. De draairichting is aangeduid op 51.
Pagina 48
Figuur 123 1. Scherm van bodemplaat 2. Bevestigingsschroeven 54. Sluit de druk- en retourslang van de cabine aan op de snelkoppelingen van de achterframebevestiging (Figuur 124). g028090 Figuur 124 1. Drukslang 2. Retourslang 55. Verwijder de kap en sluit de aansluiting van de kabelboom van de cabine aan op de kabelboom van de achterframebevestiging.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • Bevestigingsbouten van het frame aandraaien. Na de eerste 10 bedrijfsuren • Wielmoeren aandraaien. • Spuit vet in de smeernippels. Om de 50 bedrijfsuren • Bandenspanning controleren. • Wielmoeren aandraaien. Om de 200 bedrijfsuren VOORZICHTIG Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start waardoor u of omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Onderhoud elektrisch systeem Belangrijk: Als u werkzaamheden aan het elektrische systeem verricht, moet u altijd de accukabels, de min (-) kabel eerst, loskoppelen om mogelijk beschadiging van de bedrading tengevolge van kortsluiting te voorkomen. Zekeringen controleren Raadpleeg de bij de cabine geleverde Gebruikershandleiding voor aanwijzingen in verband met zekeringen.
Onderhoud aandrijfsysteem Bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren Controleer de bandenspanning om de 50 bedrijfsuren (Figuur 127). De voor- en achterbanden moeten een spanning van 2,41 bar hebben. Ongelijke bandenspanning kan leiden tot tractieverlies. Als u tractie verliest, kunt u de bandenspanning verhogen tot 3,45 bar om de rupsbanden strakker te spannen.
Stalling Opmerking: Mogelijk moet u de krik naar de achterbumper verplaatsen om de achterkant van de machine hoog genoeg te brengen zodat u de platte ring De machine stallen en borgmoer kunt plaatsen. Opmerking: De voorste en middelste wielen kunt u 1.
Wij beloven op vraag van nationale overheden relevante informatie over deze gedeeltelijk afgewerkte machine over te dragen. Dit zal gebeuren via elektronische weg. Deze machine mag pas in werking worden gesteld als ze geïntegreerd is in een goedgekeurd Toro-model zoals beschreven in de toegevoegde conformiteitsverklaring en in overeenstemming met alle instructies, waardoor men ervan kan uitgaan dat ze in overeenstemming is met alle relevante richtlijnen.
De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro-dealer.
Andere landen dan de Verenigde Staten en Canada Kopers van Toro-producten die zijn geëxporteerd uit de Verenigde Staten of Canada, moeten contact opnemen met hun Toro Distributeur (Dealer) voor de garantiebepaling die in hun land, provincie of staat van toepassing zijn. Als u om een of andere reden ontevreden bent over de service van uw distributeur of moeilijk informatie over de garantie kunt krijgen, verzoeken wij u contact op te nemen met de Toro-importeur.