Opmerking: Plaats de machine op een egaal
oppervlak zodat het maaidekframe kan worden
weggerold en vervangen door het winterframe.
2. Zet de machine uit.
3. Verwijder de bout, moer, R-pen en pen waarmee de
rolbeugels aan de rolbeugelstangen zijn bevestigd
(Figuur
92). De rolbeugel verwijderen.
1
2
5
Figuur 92
1. Rolbeugel
2. Pen
3. Borgpen
4. Monteer losjes een steun van de cabinebevestiging
op elke rolbeugelstang; gebruik hiervoor 2 bouten
(1/2 x 3 inch), 2 moeren (1/2 inch), 2 bouten (3/4 x
3-1/2 inch) en 2 moeren (3/4 inch)
Opmerking: Zorg ervoor dat het gat in de bovenplaat
naar voren is gericht. Draai de bouten nu nog niet vast.
Figuur 93
1. Rolbeugelstang
4
3
G004634
4. Bout en moer
5. Rolbeugelstang
(Figuur
93).
2. Steun van
cabinebevestiging
5. Plaats een geschikte krik onder de buis van de
achterbumper en hef de achterwielen van de grond
(Figuur
94).
1. Buis van achterbumper
6. Op tractie-eenheden met een serienummer kleiner dan
312999999 bevestigt u de verticale buissteun aan de
achterste hoeken van het maaidekframe; gebruik hierbij
een gaffelpen en een zelftappende schroef (1/4 inch)
(Figuur
95).
1
4
1. Maaidekframe
2. Zelftappende schroef
7. Op tractie-eenheden met een serienummer groter dan
313000001 monteert u een conversiebeugel (rechts of
links) op de onderzijde van de juiste achterhoek van
het maaidekframe; gebruik hierbij een zelftappende
schroef (3/8 x 5/8 inch)
Opmerking: Richt de beugel naar het uiteinde van
het achterframe.
40
Figuur 94
2. Krik
Figuur 95
3. Gaffelpen
4. Verticale buissteun
(Figuur
96).
2
3
G024844