Opmerking: Zorg ervoor dat de achterkant van de
cabine boven de stoel en de bedieningshendels komt.
Verplaats indien nodig de krik om speling te krijgen
tussen de stoel en de achterkant van de cabine.
37. Zet de fitting van de drukslang aan de pomp los en
draai de fitting 45 graden naar de achterzijde van de
machine
(Figuur
84).
Opmerking:
Figuur 84
tractie-eenheid.
Figuur 84
1. Pomp
38. Rol het zomermaaidek en het frame op hun plaats en
monteer de 5 bouten (3/4 inch), ringen en moeren
waarmee het maaidekframe aan het achterframe is
bevestigd
(Figuur
85).
Figuur 85
1. 3 bevestigingsbouten (3/4 inch), ringen en moeren
(linkerzijde)
is een onderaanzicht van de
2. Fitting van drukslang (45
graden gedraaid)
1
g028364
39. Verwijder de hefcilinderpennen en de
achteraandrijfwielen (indien nodig) om toegang
te krijgen tot de bouten aan de rechterzijde.
Opmerking: Draai de bouten vast met een torsie van
360 N·m.
40. Verwijder het bevestigingsmateriaal waarmee de
verticale buissteunen bevestigd zijn aan de achterkant
van het maaidekframe of de conversiebeugels.
41. Verwijder ook de conversiebeugels van het
maaidekframe, indien van toepassing.
42. De bodemplaat openklappen
1. Bodemplaat
43. Schuif de aandrijfas op de as van de tandwielkast
(Figuur
87). Monteer de rolpen en draai de bouten aan
met een torsie van 20 tot 25 N·m.
1. Aandrijfas
2. Tandwielkast
44. Leid de hydraulische druk- en tankslang en verbind de
slangen met de klep
38
(Figuur
86).
g029094
Figuur 86
Figuur 87
3. Bout
4. Rolpen
(Figuur
88).
1