6. Monteer de achterste rubberen bevestigingen en
de steunen van de cabinebevestigingen losjes aan
weerszijden van de achterste bevestigingen van de
cabine.
(Figuur
65).
1
4
Figuur 65
1. Cabine
2. Cabinebevestiging
7. Bevestig de cabine op elk bevestigingspunt aan de
machine met een bout (1/2 x 3 inch), een stalen ring,
een rubberen ring en een moer (1/2 inch)
en) ().
3
g028096
3. Frame van de machine
4. Rubberen bevestiging
(Figuur 66
2
1. Bout
2. Rubberen ring
3. Bevestiging met
middenopening
8. Draai de bouten aan tot de rubberen bevestigingen
samengedrukt zijn tot een dikte van 2,2 cm.
1. Rubberen bevestiging
31
Figuur 66
4. Stalen ring
5. Moer
Figuur 67
2. 2,2 cm
1
2
3
4
5
g027682