Pagina 1
Form No. 3327-232 48 Maaimachine met zijafvoer Werktuig voor 260 Serie Gazon- en Tuintractor Modelnr. 78269—Serienr. 220000001 en hoger Gebruikershandleiding Dutch (NL)
Als u service, originele Toro-onderdelen of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende Toro-dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheids- en instructiestickers zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-7282 93-7317 1. Zet de motor af en 2. Lees de Gebruikers- handleiding verwijder het contact- 1.
Montage Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Losse onderdelen Opmerking: Gebruik onderstaande lijst om te bepalen welke onderdelen worden gebruikt bij de montage. OMSCHRIJVING HOEVEELHEID GEBRUIK Grasgeleider Veer Ring, 1/2 inch Borgpen, 3/4 inch Grasgeleider monteren Kunststofring Rubberen huls...
Achterste verbindingen en voorste bevestigingspunten monteren 1. Plaats de achterste verbinding op de achterste beugel van het maaidek en zet deze vast met een ring (1/2 inch) en een borgpen (Fig. 3). m–3141 Figuur 2 1. Grasgeleider 6. Kunststofring 2. Veer 7.
Maaidek monteren 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak, schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking en draai het contactsleuteltje op uit. Verwijder het contactsleuteltje. 2. Draai de voorwielen helemaal naar links en zet de werktuighefhendel helemaal omhoog in de vergrendelde stand;...
Transporthoogte van maaidek Voorkant instellen De transporthoogte is in de fabriek ingesteld en hoeft niet te worden bijgesteld; als de drijfriemkappen echter in de opgeheven stand tegen de voetsteun aan komen, moet de transporthoogte worden bijgesteld. 1. Deze kunt u bijstellen door de moer voor de transporthoogte op het hefmechanisme (Fig.
Schuinstand van de Opmerking: Om de voorkant van het maaidek hoger te zetten, maakt u de verstelbare verbindingen korter door de maaimachine (lengterichting) bout rechtsom te draaien. controleren Controleer de schuinstand van de maaimachine telkens wanneer u het maaidek monteert. Alvorens de schuinstand van het maaidek te controleren, moet u ervoor zorgen dat de voor- en achterbanden een spanning van 85 kPa hebben.
Bediening van de aftakas Werktuigen neerlaten 1. Trap de koppeling en/of het rempedaal in om de Met de maaikoppeling (aftakas) schakelt u de aandrijving machine te stoppen. naar de elektrische koppeling aan of uit. 2. Trek de hefhendel naar achteren om de druk van de Als het contactsleuteltje in de standen lopen of lichten is werktuiglift weg te nemen en druk op de knop op de gedraaid en de aftakas is ingeschakeld, zal het...
Werktuigen neerlaten Anti-scalpeerrollers afstellen 1. Start de motor; zie Starten en stoppen van de motor in Met behulp van de anti-scalpeerrollers kunt u de machine de Gebruikershandleiding van de tractor. over ongelijk terrein laten rijden zonder dat het gazon wordt afgeschaafd tijdens het maaien. Meestal kunnen zij in 2.
5. Stel vervolgens ook het andere maatwiel af. Maai met de juiste regelmaat Normaal gesproken om de 4 dagen. Houd er echter rekening mee dat gras niet het hele jaar door even snel groeit. Om dezelfde maaihoogte te behouden, wat een goede gewoonte is, in het vroege voorjaar vaker maaien.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Elk gebruik Maaikast—reinigen Maaimes—controleren Om de 5 uur Maaikast—reinigen Maaimes—controleren Om de 25 uur Banden—bandenspanning controleren Smeren—maaidek Maaimes—controleren Smeren—maaidek Drijfriemen—controleren op slijtage/ barsten Tijdens stalling Maaikast—reinigen Lakbeschadigingen—bijwerken...
De maaimessen controleren 1. Verwijder het maaidek, zie Maaidek verwijderen, blz. 18. 2. Controleer de snijranden (Fig. 18). Als de randen niet scherp zijn of bramen vertonen, maaimessen verwijderen en slijpen. Zie De maaimessen slijpen, blz. 15. 3. Controleer de messen, met name het gebogen deel (Fig.
De maaimessen monteren Belangrijk De messen hebben twee verschillende maten en vormen. Het kortste mes gaat in de middelste as. De twee langste messen gaan op de buitenste assen (Fig. 23). Zie Figuur 22 voor de verschillende vormen m-5711 Figuur 24 1.
Smeerpunten Onderkant van de maaikast wassen 1. Smeer de mesassen, de arm van de spanpoelie en de lagers van de maatwielen (Fig. 25). Was na elk gebruik de onderkant van de maaikast zodat het maaisel niet aankoekt en goed wordt fijn gemaakt en verspreid.
5. Verwijder de kleine R-pen en de ring van de achterste Waarschuwing verbinding en haal deze van de werktuiglift (Fig. 29). 6. Verwijder de borgpennen en ringen van de achterste Een gebroken of ontbrekende wasaansluiting kan hefarmen (Fig. 29). uitgeworpen voorwerpen of contact met het 7.
Stalling 1. Verwijder vuil en kaf van buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en het ventilatorhuis. Verwijder ook maaisel, vuil en roet van de gehele machine, maar vooral van de buitenste motor- onderdelen, de uitlaatring, en de bovenkant van de maaikast.
Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie Abnormale trillingen. Maaimessen verbogen of niet Nieuwe maaimessen in balans. monteren. Bevestigingsbouten van het Bevestigingsbout van mes mes zitten los. aandraaien. Bevestigingsbouten van Bevestigingsbouten van motor zitten los. motor aandraaien. Losse motorpoelie, Desbetreffende poelie spanpoelie of mespoelie.