5.
Meet de opening tussen de rotor en de armatuur.
Als de opening groter is dan 1 mm, ga dan als
volgt te werk:
A.
Draai beide montagebouten van de rem
een halve tot een hele slag los zoals wordt
getoond in
Figuur
Opmerking:
niet van de veldafdekking/armatuur. De
remstang is versleten rond de armatuur en
moet blijven passen nadat u het opvulstuk
hebt verwijderd om voldoende remkoppel te
garanderen.
Figuur 74
1. Montagebout van rem
B.
Neem het lipje vast met de hand of met een
buigtang en verwijder het opvulstuk
75).
Opmerking:
als u zeker bent dat de koppeling goed
werkt.
Figuur 75
1. Opvulstuk
C.
Blaas met perslucht al het vuil onder de
remstang en rond de afstandsstukken van
de rem weg.
D.
Draai de bouten (M6 x 1) vast met 13 N·m
+/- 0,7 N·m.
E.
Gebruik een voelermaat van 0,25 mm dik
om aan beide zijden van de remstang te
74.
Verwijder de remstang
(Figuur
Gooi het opvulstuk pas weg
controleren of er een opening is tussen
de rotor en de armatuur, zoals getoond in
Figuur 76
Opmerking:
de rotor en armatuur slijten, met pieken en
dalen, is het soms moeilijk om de opening
nauwkeurig te meten.
1. Voelermaat
g010870
1. Voelermaat
•
Als de opening kleiner is dan 0,25 mm,
plaats dan het opvulstuk; raadpleeg
hoofdstuk
remedie (bladz.
•
Als de opening groot genoeg is, ga dan
verder met de veiligheidscontrole in
stap F.
F.
Voer de volgende veiligheidscontrole uit:
i.
g010871
ii.
iii.
54
en
Figuur
77.
Vanwege de manier waarop
Figuur 76
Figuur 77
Problemen, oorzaak en
74).
Neem plaats op de bestuurdersstoel
en start de motor.
Zorg dat de messen niet
ingeschakeld worden als de
messchakelaar (aftakas) in de stand
U
staat, en dat de koppeling
IT
uitgeschakeld is.
Als de koppeling niet uitgeschakeld
wordt, plaats dan het opvulstuk terug;
raadpleeg hoofdstuk
Problemen,
oorzaak en remedie (bladz.
Schakel de messchakelaar (aftakas)
10 keer achter elkaar in en uit om
g010872
g010873
74).