1. Aan
De contactschakelaar
bedienen
1.
Draai het contactsleuteltje naar de stand S
(Figuur
21).
Opmerking:
Laat het sleuteltje los zodra de
motor aanslaat.
Belangrijk:
Stel de startmotor telkens niet
langer dan 5 seconden in werking. Als
de motor niet wil starten, moet u na elke
poging de motor 15 seconden laten afkoelen.
Indien u deze instructies niet opvolgt, kan de
startmotor doorbranden.
Opmerking:
Mogelijk moet u verschillende
keren proberen om de motor te starten als
u de motor voor het eerst start nadat het
brandstofsysteem helemaal zonder brandstof
heeft gezeten.
Figuur 20
2. Uit
2.
Draai het contactsleuteltje om de motor af te
zetten.
De motor starten en
uitschakelen
g008959
Motor starten
1.
Klap de rolbeugel omhoog en zet deze vast;
neem vervolgens plaats op de bestuurdersstoel
en doe de veiligheidsgordel om.
2.
Zet de rijhendels in de
NEUTRAALSTAND
TART
3.
Schakel de parkeerrem in; zie
inschakelen (bladz.
4.
Zet de messchakelaar (aftakas) in de stand U
(Figuur
5.
Zet de gashendel halverwege tussen L
en S
NEL
24
Figuur 21
VERGRENDELDE
.
22).
22).
.
g008947
De handrem
IT
ANGZAAM