Vonkenvanger controleren
Voor modellen met een
vonkenvanger
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
WAARSCHUWING
Hete onderdelen van het uitlaatsysteem
kunnen brandstofdampen ontsteken, zelfs
nadat u de motor hebt afgezet. Hete deeltjes
die tijdens het gebruik van de motor uit de
uitlaat komen kunnen ontvlambaar materiaal
ontsteken. Brand kan lichamelijk letsel en
materiële schade veroorzaken.
U mag alleen tanken en de motor laten lopen
als er een vonkenvanger is geplaatst.
1.
Zet de motor uit, wacht tot alle bewegende
delen tot stilstand zijn gekomen, verwijder de
contactsleutel en stel de parkeerrem in werking.
2.
Wacht tot de geluiddemper is afgekoeld.
3.
Als er scheuren in het scherm of in de lassen
zijn, moet u de vonkenvanger vervangen.
4.
Als het scherm verstopt raakt, verwijder dan
de vonkenvanger en schud de deeltjes eruit.
Reinig het scherm met een staalborstel (laat het
scherm indien nodig weken in oplosmiddel).
5.
Plaats de vonkenvanger terug op de uitlaat.
Onderhoud
brandstofsysteem
Brandstoffilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan) (dit moet vaker gebeuren
als de machine wordt gebruikt in
stoffige of vuile omstandigheden).
Het brandstoffilter bevindt zich bij de motor, aan de
voorzijde of de achterzijde van de motor.
1.
Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de
rijhendels in de
en stel de parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Laat de motor afkoelen.
4.
Sluit de brandstofafsluitklep onder de stoel
(Figuur
62).
1. Brandstoffilter
2. Slangklem
5.
Druk de uiteinden van de slangklemmen naar
elkaar toe en schuif ze weg van het filter
62).
6.
Trek het filter uit de brandstofslangen.
7.
Monteer een nieuw filter en schuif de
slangklemmen terug tot dicht bij het filter
62).
8.
Open de brandstofafsluitklep.
47
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
Figuur 62
3. Brandstofklep
g008963
(Figuur
(Figuur