De pen voor de maaihoogte
instellen
De maaihoogte kan worden afgesteld van 25 tot
140 mm in stappen van 6 mm door de gaffelpen in
verschillende openingen te plaatsen.
1.
Zet de transportvergrendeling in de vergrendelde
stand.
2.
Trap het maaidekpedaal in en breng het maaidek
omhoog tot de transportstand (dit is tevens de
maaihoogtestand van 140 mm), zie
3.
Om dit aan te passen, draait u de pen 90 graden
en verwijdert u de pen uit de maaihoogtebeugel
(Figuur
29).
4.
Kies de opening in de maaihoogtebeugel
die overeenkomt met de gewenste
maaihoogtestand, en steek de pen daarin
(Figuur
29).
5.
Trap het maaidekpedaal in, trek de
transportvergrendeling terug en laat het maaidek
langzaam zakken.
Figuur 29
1. Maaidekpedaal
2. Pen voor de maaihoogte
Antiscalpeerrollen afstellen
Als u de maaihoogte wijzigt, verdient het de
aanbeveling de hoogte van de antiscalpeerrollen in
te stellen.
1.
Schakel de messchakelaar (aftakas) uit, zet de
rijhendels in de
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
en stel de parkeerrem in werking.
Figuur
29.
g027343
3. Transportvergrendeling
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Stel de antiscalpeerrollen af zoals wordt getoond
in
Figuur
30,
Figuur 31
1. Antiscalpeerrol
2. Afstandsstuk
3. Lagerbus
1. Antiscalpeerrol
2. Lagerbus
29
en
Figuur
32.
Figuur 30
4. Flensmoer
5. Bout
Figuur 31
3. Flensmoer
4. Bout
g000942
g000943