De camera's controleren de markeringen van
de rijstrook waarin u zich bevindt. De
ultrasone sensoren en Autopilot-camera's
controleren omliggende gebieden en de dode
hoek op de aanwezigheid van een voertuig of
andere objecten.
Wanneer een object, bijvoorbeeld een
voertuig, in de dode hoek wordt gedetecteerd
of op korte afstand opzij van de Model 3
(zoals een voertuig, vangrail etc.), verschijnen
er gekleurde lijnen die vanuit de afbeelding
van de Model 3 naar buiten bewegen op het
touchscreen. De locatie van de lijnen komt
overeen met de locatie van het gedetecteerde
object. De kleur van de lijnen (wit, geel, oranje
of rood) geeft de nabijheid van het object tot
de Model 3 aan, waarbij wit het verst weg is en
rood zeer dichtbij is en onmiddellijke actie
vereist. Deze gekleurde lijnen worden alleen
getoond wanneer er tussen ca. 7 en 85 mph
(12 en 140 km/h) wordt gereden. Als
Autosteer actief is, worden deze gekleurde
lijnen ook weergegeven wanneer de rijsnelheid
lager is dan 7 mph (12 km/h). De gekleurde
lijnen worden echter niet weergegeven
wanneer de Model 3 stilstaat (bijv. in
fileverkeer).
De Rijstrookassistent waarschuwt tegen
ongewenst verlaten van de rijstrook door een
lichte trilling van het stuur wanneer een
voorwiel over een rijstrookmarkering gaat en
de bijbehorende richtingaanwijzer uit is. Deze
waarschuwing is alleen actief bij een
rijsnelheid tussen ongeveer 36 en 90 mph (59
en 150 km/h). Tik op Controls > Autopilot >
Lane Departure Warning om deze
waarschuwing in of uit te schakelen. De
gekozen instelling wordt bewaard tot u deze
handmatig wijzigt.
Autopilot
Rijstrookassistent waarschuwt u ook wanneer
een gewenste wisseling van rijstrook wordt
afgeraden. Als u de richtingaanwijzer
inschakelt en een voertuig of object in de
naastliggende rijstrook wordt gedetecteerd
waarnaar u van plan bent te sturen, wordt op
het touchscreen een rode lijn weergegeven
om aan te geven dat u niet van rijstrook mag
wisselen. Wanneer het voertuig of object niet
langer wordt gedetecteerd, wordt de lijn weer
normaal.
Rijstrookassistent grijpt in op de besturing als
de Model 3 de wegbelijning van een
naastgelegen rijstrook overschrijdt (of nadert)
waarin een object, bijvoorbeeld een auto, is
gedetecteerd. In dergelijke situaties stuurt de
Model 3 automatisch naar een veiligere positie
op zijn rijstrook. Deze stuurbeweging wordt
alleen uitgevoerd wanneer de Model 3 tussen
30 en 85 mph (48 km/h en 140 km/h) rijdt op
hoofdwegen met duidelijk zichtbare
wegmarkeringen. Wanneer de
Rijstrookassistent ingrijpt in de besturing, laat
het touchscreen kort een
waarschuwingsbericht zien.
Attentie: Het ingrijpen op de besturing is
minimaal en niet bedoeld om de Model 3
uit zijn rijstrook te sturen. Vertrouw er
niet op dat het ingrijpen op de besturing
een zijdelingse botsing kan voorkomen.
Attentie: Functies van de
Rijstrookassistent zijn bedoeld als
hulpmiddel en niet ter vervanging van uw
eigen waarnemingen. Vertrouw nooit
alleen op de Rijstrookassistent om u te
informeren dat u per ongeluk uw rijstrook
verlaat of dat zich een object of auto in
uw dode hoek bevindt, of dicht bij de
zijkant van uw auto. Meerdere externe
factoren kunnen de werking van de
Rijstrookassistent hinderen. Het is de
verantwoordelijkheid van de bestuurder
om alert te blijven, op de rijstrook te
letten en zich altijd bewust te zijn van
andere weggebruikers. Als u dit niet doet,
kan dit tot ernstig of zelfs dodelijk letsel
leiden.
Attentie: De Rijstrookassistent is
ontworpen om de wegmarkeringen te
detecteren en detecteert mogelijk niet de
rand van de weg, met name wanneer
langs de weg geen stoeprand loopt. Het
is de verantwoordelijkheid van de
bestuurder alert te rijden en binnen de
grenzen van de rijstrook te blijven.
Attentie: Voordat u van rijstrook wisselt,
kijkt u altijd goed naar de rijstrook waar u
Lane Assist
97