10
WUItW
10
tV AAN WW
Inschakeltemperatuurversch.
pUSH
Instelbereik: 1,0 ... 50,0 K
Fabrieksinstelling: 6,0 K
tV UIt WW
Uitschakeltemperatuurversch.
Instelbereik: 0,5 ... 49,5 K
Fabrieksinstelling: 4,0 K
tV GEW WU
Gewenst temperatuurversch.
Instelbereik: 1,5 ... 50,0 K
Fabrieksinstelling: 10,0 K
BACK
pUSH
11
NV
11
NV IN
Thermostaatinschakeltemp.
pUSH
Instelbereik: 0,5 ... 95,0 °C
in 0,5 °C-stappen
Fabrieksinstelling: 40,0 °C
NV UIt
Thermostaat-uitschakeltemp.
Instelbereik: 0,5 ... 94,5 °C
in 0,5 °C-stappen
Fabrieksinstelling: 45,0 °C
t1IN
Inschakeltijd 1
Instelbereik: 00:00 ... 23:45
Fabrieksinstelling: 06:00
in 15 min-stappen
BACK
pUSH
12
10 Warmte-uitwisselingsfunctie
De functie warmte-uitwisseling dient om warmte van een warmtebron aan een
StIJGWW
warmteput over te dragen.
Stijging
Het relais (systeemafhankelijk) wordt geactiveerd als aan alle inschakelvoorwaarden
Instelbereik: 1 ... 20 K
wordt voldaan:
Fabrieksinstelling: 2 K
• het temperatuurverschil tussen de sensoren warmtebron en warmteput heeft
het inschakeltemperatuurverschil overschreden
MXLWU
Maximumlimiet
• de temperatuur bij de warmtebronsensor ligt boven de minimumtemperatuur
Instelbereik: 0,5 ... 95,0 °C
• de temperatuur bij de warmteputsensor ligt onder de maximumtemperatuur
Fabrieksinstelling: 60,0 °C
Als het gewenst temperatuurverschil is overschreden, wordt de toerentalregeling
ingeschakeld. Bij elke afwijking met de stijgingswaarde wordt het toerental met één
MINLWU
trap (10 %) aangepast.
Minimumlimiet
Instelbereik: 0,5 ... 89,5 °C
Fabrieksinstelling: 60,0 °C
11 Naverwarming / thermostaatfunctie
t1U
Uitschakeltijd 1
De thermostaatfunctie werkt onafhankelijk van de zonne-energiefunctie en kan bv.
Instelbereik: 00:00 ... 23:45
worden gebruikt voor het gebruik van overtollige warmte of voor naverwarming.
Fabrieksinstelling: 22:00
• NV IN < NV UIt
die thermostaatfunctie wordt gebruikt voor naverwarming
t2 (3) IN
• NV IN > NV UIt
Inschakeltijd 2 (3)
Instelbereik: 00:00 ... 23:45
die thermostaatfunctie wordt gebruikt voor gebruik van overtollige warmte
Fabrieksinstelling: 00:00
Voor een tijdelijke vergrendeling van de thermostaatfunctie staan 3 tijdframes
t1 ... t3 ter beschikking. De in- en uitschakeltijden kunnen in stappen van 15 min
t2 (3) U
worden ingevoerd. Bij dezelfde in- en uitschakeltijd is het tijdvenster inactief.
Uitschakeltijd 2 (3)
Als de thermostaatfunctie bv. alleen tussen 6:00 en 9:00 uur moet worden ingescha-
Instelbereik: 00:00 ... 23:45
keld, dan moet voor t1 IN 6:00 en voor t1 UIT 9:00 worden ingesteld.
Fabrieksinstelling: 00:00
Af fabriek is alleen het eerste tijdvenster van 06:00 tot 22:00 uur vooringesteld.
Als alle tijdframes op 00:00 worden gezet, is de functie uitsluitend afhankelijk van
de temperatuur.
41