c
5/6
oVBCoL
a
b
pUSH
BACK
pUSH
7
LLoGI
7
oDB
pUSH
pUSH
a
b
c
d
36
oVB CoL (2)
OK
Vorstbeveiligingsfunctie
Keuze: ON / OFF
Fabrieksinstelling: OFF
OFF
ON
VB(2) AAN tEMp
Inschakeltemperatuur
vorstbeveiliging
Instelbereik: -40 ... +8 °C
Fabrieksinstelling: 4 °C
VB(2) UIt tEMp
BACK
Uitschakeltemperatuur
vorstbeveiliging
pUSH
Instelbereik: -39 ... +9 °C
Fabrieksinstelling: 5 °C
oDB
OK
Drainback-optie
Keuze: OFF / ON
Fabrieksinstelling: OFF
OFF
ON
tDtI
Tijdsbestek - inschakel-
voorwaarde
Instelbereik: 1 ... 100 s
in 1 s-stappen
Fabrieksinstelling: 60 s
tDVL / vultijd
Instelbereik: 1,0 ... 30,0 min
in 0,5 min-stappen
Fabrieksinstelling: 5,0 min
tStB / stabilisatie
Instelbereik: 1,0 ... 15,0 min
in 0,5 min-stappen
Fabrieksinstelling: 2,0 min
e
f
5/6 Vorstbeveiligingsfunctie
De vorstbeveiligingsfunctie activeert het laadcircuit tussen collector en boiler als
de collectortemperatuur onder de ingestelde temperatuur VB AAN tEMp daalt.
Zo wordt het warmtedragend medium beschermd tegen bevriezen en indikken. Als
VB UIt tEMp wordt overschreden, wordt de zonnepomp weer uitgeschakeld.
De functie wordt onderdrukt als de boilertemperatuur van de gekozen boiler on-
der 5 °C daalt. Bij 2-boilersystemen wordt de functie dan omgezet naar de 2e boiler
of bij de gelaagde boiler naar het bovenste gedeelte. Als de 2e boiler (resp. het
bovenste gedeelte van de boiler) ook slechts nog 5 °C laat zien, wordt het systeem
geheel uitgeschakeld.
Aanwijzing
Bij systemen met oost- / westdak worden twee aparte menu's (CoL en
CoL 2) weergegeven.
Aanwijzing
Omdat voor deze functie alleen de beperkte hoeveelheid warmte van de
boiler ter beschikking staat, dient de vorstbeveiligingsfunctie alleen in ge-
bieden te worden toegepast, waar slechts enkele dagen per jaar tempera-
turen rond het vriespunt worden bereikt.
7 Drainback-optie
In een drainback-systeem stroomt het warmtedragend medium naar een opvangbak
als er geen zonnelading plaatsvindt. De drainback-optie initieert het vullen van het
systeem als de zonnelading begint. Als de drainback-optie is geactiveerd, kunnen die
onderstaand beschreven instellingen worden gedaan.
Aanwijzing
In drainback-systemen zijn extra componenten zoals een voorraadbak
noodzakelijk. Activeer de drainback-optie alleen als alle vereiste compo-
nenten vakkundig zijn geïnstalleerd.
tijdsbestek inschakelvoorwaarde
Met de parameter tDtI wordt het tijdsbestek, waaraan continu aan de inschakel-
voorwaarde moet worden voldaan, ingesteld.
Vultijd
Met de parameter tDVL wordt de vultijd ingesteld. Tijdens deze tijd draait de pomp
met een toerental van 100 %.
Stabilisatie
Met de parameter tStB wordt het tijdsbestek ingesteld, waarin de uitschakelvoor-
waarde na het beëindigen van de vultijd wordt genegeerd.