Opleggen en te water laten
Voordat u de boot uit het water haalt om deze gedurende de winter of het naseizoen op te slaan, moet u de
motor en overige apparatuur door een erkende Volvo Penta-werkplaats laten inspecteren.
Om te voorkomen dat de motor en transmissie tijdens het stilliggen gedurende de winter of het naseizoen
schade oplopen, moeten deze worden geconserveerd. Het is van belang dat dit volledig en op de juiste wijze
gebeurt. Om deze reden hebben we een controlelijst met de belangrijkste punten opgenomen.
Waarschuwing! Lees het hoofdstuk Onderhoud zorgvuldig door voordat u met de werkzaamheden be-
gint. Hierin vindt u instructies voor de veilige en correcte uitvoering van de werkzaamheden.
Conserveren
Voer de volgende werkzaamheden liefst uit terwijl
de boot in het water ligt:
Ververs de motorolie en vervang het oliefilter.
●
Ververs de olie in de keerkoppeling.
●
Vervang het brandstoffilter. Vervang tevens het
●
brandstofvoorfilter als de motor hiermee is uitge-
rust.
Laat de motor tot de normale bedrijfstemperatuur
●
warmdraaien.
Neem de boot uit het water.
●
Voer de volgende werkzaamheden uit terwijl de
boot uit het water is:
Reinig de romp en aandrijving direct nadat u de
●
boot uit het water hebt gehaald (voordat deze is
opgedroogd).
Belangrijk! Ga voorzichtig te werk als u de boot
met een hogedrukspuit schoon spuit. Richt de
hogedrukstraal nooit op de schroefasafdichting,
rubber ringen, enzovoort.
Ververs de olie in de aandrijving.
●
Reinig de vacuümklep en het buitenwaterfilter (ac-
●
cessoire).
Reinig en conserveer het buitenwatersysteem.
●
Verwijder de waaier van de buitenwaterpomp.
●
Bewaar de waaier in een afgesloten plastic zak op
een koele plaats.
Controleer de conditie van het antivries in het
●
motorkoelmiddel. Vul zo nodig bij.
Belangrijk! Een anticorrosiemengsel in het
motorkoelsysteem biedt geen bescherming
tegen vorst. Als de motor aan vorst kan wor-
den blootgesteld, moet het systeem worden
afgetapt.
Tap eventuele wateropeenhopingen en verontrei-
●
nigingen in de brandstoftank af. Vul de tank ge-
heel met brandstof om condensatie te voorkomen.
Reinig de buitenkant van de motor. Gebruik nooit
●
een hogedrukspuit om de motor te reinigen. Werk
eventuele lakbeschadigingen bij met originele
Volvo Penta-verf.
Controleer alle bedieningskabels en behandel
●
deze met een roestwerend middel.
Werk eventuele lakbeschadigingen bij met ori-
●
ginele Volvo Penta-verf. Opmerking: Lees het
onderdeel "Aandrijving en kiel verven" voor meer
informatie over het verven van de aandrijving.
Ontkoppel de accukabels. Reinig de accu's en
●
laad deze op. Opmerking: Een zwak geladen accu
kan stukvriezen.
Behandel de onderdelen van de elektrische instal-
●
latie met een vochtwerende spray.
Verwijder de schroef om deze op te slaan. Vet
●
de schroefas in met waterafstotend vet. Haal de
opklapbare schroef uit elkaar, maak deze schoon
en vet deze in.
Controleer de rubberafdichting tussen de aandrij-
●
ving en kiel zorgvuldig.
59