7 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Inregeling niet-bedekt
(tweepuntsinregeling)
Stroomuitgang
48
Voer de pulsfrequentie handmatig in of u laat deze door de MI-
NITRAC 31 bepalen. Het bepalen van de pulsfrequentie verdient altijd
de voorkeur.
U kunt het inregelpunt (ct/s) handmatig invoeren.
U kunt het inregelpunt door de MINITRAC 31 laten bepalen.
Dit menupunt verschijnt alleen, wanneer u bij de keuze van het type
inregeling (inbedrijfname - type inregeling) de " Tweepuntsinrege-
ling'' heeft gekozen.
In dit menupunt kunt u instellen, bij welke maximale pulsfrequentie
(ct/s) de sensor moet omschakelen.
Maak de tank leeg, tot de MINITRAC 31 niet meer is bedekt.
Daarmee krijgt u voor de inregeling niet-bedekt de maximale pulsfre-
quentie (ct/s).
Voer de pulsfrequentie handmatig in of u laat deze door de MI-
NITRAC 31 bepalen. Het bepalen van de pulsfrequentie verdient altijd
de voorkeur.
U kunt het inregelpunt (ct/s) handmatig invoeren.
U kunt het inregelpunt door de MINITRAC 31 laten bepalen.
In dit menupunt kunt u de stroomuitgang activeren of deactiveren.
De MINITRAC 31 controleert, of bij geactiveerde stroomuitgang ook
werkelijk een instrument is aangesloten.
MINITRAC 31 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART