7 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Instrumentstart
Hoofdmenu
Procedure
44
7.4
Parametrering - niveausignalering
Door de parametrering wordt het instrument op de toepassing-
somstandigheden aangepast. De parametrering verloopt via een
bedieningsmenu.
Opgelet:
Bij de eerste inbedrijfname of na een reset van het instrument start
het instrument met vooringestelde standaardwaarden. Deze waarden
zijn voor uw toepassing niet geschikt en moeten door echte waarden
worden vervangen.
Voer een inbedrijfname uit in de hierna genoemde volgorde.
Het hoofdmenu is in vijf bereiken verdeeld met de volgende functio-
naliteit:
Inbedrijfname: instellingen bijv. meetplaatsnaam, isotoop, toepas-
sing, achtergrondstraling, inregeling, signaaluitgang
Display: instellingen bijv. voor taal, meetwaarde-aanwijzing
Diagnose: informatie bijv. over instrumentstatus, aanwijzing, simula-
tie
Uitgebreide instellingen: instrumenteenheid, reset, datum/tijd,
kopieerfunctie
Info: instrumentnaam, hard- en softwareversie, kalibratiedatum,
instrumentspecificaties
Controleer of het display al op de voor u correcte taal is ingesteld.
Indien dit niet het geval is, kunt u de taal in het menupunt " Display -
taal van het menu" veranderen.
Begin met de inbedrijfname van de MINITRAC 31.
In het hoofdmenupunt " inbedrijfname" moeten voor een optimale
instelling van de meting de afzonderlijke submenupunten opeen-
volgend worden gekozen en ingesteld op de juiste parameters. De
procedure wordt hierna beschreven.
Houd de volgorde van de menupunten zo veel mogelijk aan.
MINITRAC 31 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART