7 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Demping
Correctie momentele
waarde
Stroomuitgang
36
In dit menupunt kunt u de demping van de sensor instellen. Daarmee
kunt u variaties in de meetwaardeweergave bijv. door een onrustig
productoppervlak onderdrukken. Deze tijd mag tussen 1 en 1200 se-
conden liggen. Let erop, dat daarmee echter ook de reactietijd van de
meting groter wordt en het instrument op snelle meetwaardeverande-
ringen vertraagd reageert. In de regel is een tijd van ca. 60 seconden
voldoende, om de meetwaardeweergave tot rust te brengen.
Bij de instelling "automatisch" berekent het instrument op basis van
de inregeling en de meetwaardeveranderingen een bijbehorende
demping. Deze instelling is vooral geschikt voor toepassingen, waar-
bij afwisselend snelle en langzame niveauveranderingen optreden.
Waneer u op een bepaalde vulhoogte het niveau kent, kunt u in dit
menu de bepaalde werkelijke vulhoogte invoeren, om de meetwaarde
te corrigeren. De functie verschuift de lineariseringscurve naar dit
bepaalde punt.
Daarmee kan de meting exact aan de omstandigheden in de tank
worden aangepast.
In dit menupunt kunt u de stroomuitgang activeren of deactiveren.
De MINITRAC 31 controleert, of bij geactiveerde stroomuitgang ook
werkelijk een instrument is aangesloten.
Indien op de stroomuitgang geen instrument is aangesloten, moet u
de stroomuitgang deactiveren.
MINITRAC 31 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART