In bedrijf nemen met PACTWARE ..................56 De PC aansluiten ......................56 Parametrering met PACTware ..................57 Opslaan van de parameters ................... 58 Diagnose en service ......................59 Onderhoud ........................59 Statusmeldingen ......................59 Storingen oplossen ......................62 MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 3
11.3 Industrieel octrooirecht ....................74 11.4 Handelsmerken ......................74 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving Let bij Ex-toepassingen op de Ex-specifieke veiligheidsinstructies. Deze worden met elk instrument met Ex-toelating als document mee- geleverd en zijn bestanddeel van de handleiding. Uitgave: 2020-11-27 MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen. • Lijst De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde. Handelingsvolgorde Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen. Afvoeren batterij Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van batterijen en accu's. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno- digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen. Correct gebruik De MINITRAC 31 is een sensor voor niveaumeting en niveausigna- lering. Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk " Productbeschrijving" opgenomen.
DIN EN ISO 14001. Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi- lieu-instructies in deze handleiding. • Hoofdstuk " Verpakking, transport en opslag" • Hoofdstuk " Afvoeren" MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Opdrachtspecifieke sensorspecificaties voor vervangen elektro- nica (XML) • Testcertificaat (PDF) - optie Ga naar " www.vega.com" en voer in het zoekveld het serienummer van uw instrument in. Als alternatief kunt u de gegevens opzoeken via uw smartphone. • VEGA Tools-app uit de " Apple App Store" of de "...
Het instrument heeft vele toepassingsmogelijkheden. Naast de ni- veaudetectie kan de MINITRAC 31 ook resthoeveelheden herkennen. Een update van de software naar 3.0.0 is niet mogelijk. In dit geval moet de elektronicamodule worden vervangen.
SIL-toepassingen in het bijzonder. Op basis van de fysische eigenschappen van de radioactieve straling varieert de pulsfrequentie in geringe mate. Stel een geschikte dem- ping in, om een stabiele meetwaarde te verkrijgen. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
MINITRAC 31. Deze bevindt zich in de bedienings- en aansluitruimte aan de zijkant. Montagetoebehoren Voor de montage van de MINITRAC 31 zijn beugels en speciale montagetoebehoren leverbaar. Voor de montage op leidingen zijn speciale klembeugels beschikbaar. Neem contact op met uw vertegenwoordiger.
Bij de omgang met radioactieve preparaten moet elke onnodige betreffende stralingsbe- stralingsbelasting worden vermeden. Een onvermijdbare stralingsbe- scherming lasting moet zo klein mogelijk worden gehouden. Houd daarvoor de volgende drie belangrijke maatregelen aan: MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 13
De telkens geldende grenswaarden voor het controlegebied vindt u in de actuele richtlijn van de betreffende autoriteiten (in Duitsland is dit bijv. de stralingsbeschermingsverorde- ning). Voor meer informatie over stralingsbescherming en de voorschriften in andere landen staan wij u graag ter beschikking. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Daarbij behoren in het bijzonder: • Meetactieve deel • Procesaansluiting • Procesafdichting Procesomstandigheden zijn in het bijzonder: • Procesdruk • Procestemperatuur • Chemische eigenschappen van het medium • Abrasie en mechanische inwerkingen MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
VEGASOURCE. U kunt de MINITRAC 31 in een willekeurige positie monteren. Wan- neer u uw instrument met een loodmantel ter bescherming tegen omgevingsstraling (optie) heeft besteld, dan is de sensor aan de zijkant tegen externe straling afgeschermd.
Pagina 16
Horizontale inbouw Inbouw verticaal Montage horizontaal, dwars op tank Niveaumeting - resthoeveelheidherkenning De MINITRAC 31 kan voor resthoeveelheidherkenning bijvoorbeeld in opslagtanks voor zeer hoogwaardige vloeistoffen worden toegepast. Daarvoor moet het instrument op het laagste punt in de tank worden gemonteerd. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 17
MINITRAC 31 een water- of luchtkoeling aan. Het koelsysteem moet ook in de berekening van de meetplaats wor- den meegenomen. Neem contact op met onze specialisten over de dimensionering van de koeling. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
61326-1 voor industriële omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt. Kabelwartels Metrisch schroefdraad Bij instrumentbehuizingen met metrisch schroefdraad zijn de ka- belwartels af fabriek ingeschroefd. Deze zijn met kunststof pluggen afgesloten als transportbeveiligingen. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De aansluiting van de voedingsspanning en de signaaluitgang wordt via veerkrachtklemmen in de behuizing uitgevoerd. De verbinding met de display- en bedieningsmodule resp. de interfa- ce-adapter wordt via contactpennen in de behuizing uitgevoerd. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Om een ader weer los te maken, steekt u een kleine platte schroevendraaier krachtig conform de afbeelding in de rechthoe- kige vergrendelingsopening 8. Afscherming op de interne aardklem aansluiten, de externe aard- klem met de potentiaalvereffening verbinden MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Fig. 7: Elektronica- en aansluitruimte bij niet-Ex instrumenten en instrumenten met niet-intrinsiekveilige stroomuitgang Voedingsspanning Relaisuitgang Signaaluitgang 8/16 mA/HART actief Signaaluitgang 8/16 mA/HART passief Interface voor sensor-sensor-communicatie (MGC) Instelling busadres voor sensor-sensor-communicatie (MGC) MGC = Multi Gauge Communication MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 22
(bijv. Z-diode) of gebruik de transistor- of 8/16 mA-uitgang. Instrumenten met intrinsiekveilige stroomuitgang Gedetailleerde informatie over de explosieveilige uitvoeringen (Ex-ia, Ex-d) vindt u in de Ex-specifieke veiligheidsinstructies. Deze zijn onderdeel van de levering en worden met ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 23
Het contact is daarna niet meer geschikt voor het schakelen van laagspanningscircuits. Inductieve lasten ontstaan ook door de aansluiting op een PLC-in- gang of -uitgang en/of in combinatie met lange kabels. Voer hier altijd MGC = Multi Gauge Communication MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Contactpen voor display- en bedieningsmodule resp. interfaceadapter Instrumenten met intrinsiekveilige stroomuitgang Gedetailleerde informatie over de explosieveilige uitvoeringen (Ex-ia, Ex-d) vindt u in de Ex-specifieke veiligheidsinstructies. Deze zijn onderdeel van de levering en worden met ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd. MGC = Multi Gauge Communication MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 25
Fig. 14: Bedienings- en aansluitruimte (Ex-ia) bij instrumenten met intrinsiekvei- lige stroomuitgang Aansluitklemmen voor intrinsiekveilige signaaluitgang 4 ... 20 mA/HART (actief) Contactpen voor display- en bedieningsmodule resp. interfaceadapter Aansluitklemmen voor de externe aanwijs- en bedieningseenheid Aardklem MGC = Multi Gauge Communication MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
(Safety Manual) bepaald. Hier zijn alle veiligheidsrelevante specificaties en informatie samengevat, die de gebruiker en ontwerper voor het projecteren en het bedrijf van veilig- heidsinstrumentatie systemen nodig heeft. Dit document wordt aan ieder instrument met SIL-kwalificatie toegevoegd en kan bovendien via het zoeken via onze homepage worden opgeroepen. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
FDT/DTM-standaard, bijv. PACTware Opmerking: Voor de bediening van de MINITRAC 31 is een actuele DTM Collec- tion 06/2011 of hoger nodig. De verandering van veiligheidsrelevante parameters is alleen bij actieve verbinding met het instrument moge- lijk (online-modus).
Pagina 28
Waarschuwing: Instrumentreset Bij een reset naar de basisinstelling worden ook alle veiligheidsre- levante parameters naar de fabrieksinstelling teruggezet. Daarom moeten daarna alle veiligheidsrelevante parameters worden gecon- troleerd resp. opnieuw worden ingesteld. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Fig. 15: Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten Opmerking: Indien u naderhand het instrument met een display- en bedienings- module voor permanente meetwaarde-aanwijzing wilt uitrusten, dan is een verhoogd deksel met venster nodig. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Deze bediend de vier toetsen van de display- en bedieningsmodule door het gesloten deksel met kijkglas van de behuizing heen. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Voer een inbedrijfname uit in de hierna genoemde volgorde. Hoofdmenu Het hoofdmenu is in vijf bereiken verdeeld met de volgende functio- naliteit: Inbedrijfname: instellingen bijv. meetplaatsnaam, isotoop, toepas- sing, achtergrondstraling, inregeling, signaaluitgang Display: instellingen bijv. voor taal, meetwaarde-aanwijzing MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
• Speciale tekens + - / _ spatie Isotoop In dit menupunt kunt u de MINITRAC 31 op de in de stralingsbronhou- der ingebouwde isotoop instellen. Controleer daarvoor, welke isotoop in de stralingsbronhouder is ingebouwd. Deze informatie vindt u op de typeplaat van de stralings- bronhouder.
7 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule De MINITRAC 31 heeft deze informatie nodig voor de automatische zelfcompensatie. Dat maakt en foutloze meting mogelijk over de gehele gebruiksduur van de gammastraler. Een jaarlijkse kalibratie komt te vervallen. Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende...
De tank is zo mogelijk geheel gevuld (100%) of geheel leeg (0%). Afhankelijk of uw tank vol of leeg is, kunt u eerst de vol- of leeginrege- ling uitvoeren. De MINITRAC 31 sorteert de punten automatisch op vulhoogte. Kies " Tabel weergeven", om de linearisatiepunten weer te geven en te bewerken.
Pagina 35
Tabel weergeven In dit menupunt kunt u de waardeparen van de linearisering afzonder- lijk weergeven. Linearisering - Wissen U kunt afzonderlijke lineariseringsunten ook wissen. Linearisering - Veranderen Ook kunt u afzonderlijke lineariseringspunten veranderen. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 36
Stroomuitgang In dit menupunt kunt u de stroomuitgang activeren of deactiveren. De MINITRAC 31 controleert, of bij geactiveerde stroomuitgang ook werkelijk een instrument is aangesloten. Indien op de stroomuitgang geen instrument is aangesloten, moet u de stroomuitgang deactiveren.
Pagina 37
"Geen" referentiegrootheid betekent, dat de relaisuitgang als fail-safe relais werkt. Druk op de toets [->], om bij de relaisinstellingen te komen. Voorbeeld voor de instelling van de proceswaarde Kies eerst de bedrijfsstand (overvulbeveiliging of droogloopbeveili- ging). MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 38
Dit is bedoeld ter controle van de tekenweergave en de communicatiewegen. Bevestig, dat beide tekenreeksen gelijk zijn. De verificatieteksten worden in Duits en bij alle andere menutalen in Engels getoond. In een tweede stap worden alle gewijzigde veiligheidsrelevante para- meters genoemd. Bevestig de gewijzigde waarden. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
" OK". In geval van storing vindt u op deze positie de bijbehorende storingscode. Sleepaanwijzer De aanwijsfunctie houdt de maximale en minimale waarden tijdens bedrijf vast. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 40
Daarmee kan de signaalweg, bijv. via nageschakelde aanwijsinstru- menten of de ingangskaart van het besturingssysteem worden getest. U kunt verschillende waarden simuleren: Pulsfrequentie van de sensor Proceswaarde Stroomuitgang Schakelfunctie van het relais MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De volgende tabel toont de defaultwaarden van het instrument. De waarden gelden voor de toepassing " Niveau". De toepassing moet eerst worden gekozen. Afhankelijk van de uitvoering van het instrument zijn niet alle menu- punten beschikbaar resp. verschillend bezet: MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Adres - Summation Se- niet bezet condary Display Taal Gekozen taal Aanwijswaarde Pulsfrequentie Aanwijseenheid ct/s Overige instellingen Temperatuureenheid °C Linearisatiecurve Leeg HART-bedrijfsstand Standaard Adres 0 HART-bedrijfsstand Met deze functie kunt u de bedrijfsstand kiezen. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 43
Instrumentversie - toont de hard- en softwareversie van het instru- ment • Kalibratiedatum - toont de kalibratiedatum en de datum van de laatste verandering • Instrumentspecificaties - toont aanvullende specificaties van het instrument, zoals bijv. toelating, elektronica ... Voorbeelden voor de infoweergave: MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Indien dit niet het geval is, kunt u de taal in het menupunt " Display - taal van het menu" veranderen. Begin met de inbedrijfname van de MINITRAC 31. In het hoofdmenupunt " inbedrijfname" moeten voor een optimale instelling van de meting de afzonderlijke submenupunten opeen- volgend worden gekozen en ingesteld op de juiste parameters.
Pagina 45
• Getallen van 0 … 9 • Speciale tekens + - / _ spatie In dit menupunt kunt u de MINITRAC 31 op de in de stralingsbronhou- Isotoop der ingebouwde isotoop instellen. Controleer daarvoor, welke isotoop in de stralingsbronhouder is ingebouwd.
(eenpuntsinregeling) inregeling (inbedrijfname - type inregeling) de " Eenpuntsinregeling'' heeft gekozen. In dit menupunt legt u het punt vast, waarbij de MINITRAC 31 in onbedekte toestand moet schakelen. Maak de tank leeg, tot de sensor niet meer is bedekt. Daarvoor geeft u de gewenste pulsfrequentie handmatig in of u laat deze door MINITRAC 31 bepalen.
Pagina 47
In dit menupunt kunt u instellen, bij welke minimale pulsfrequentie (ct/s) de sensor moet omschakelen. Vul de tank, tot de MINITRAC 31 is bedekt. Daarmee krijgt u voor de inregeling bedekt de minimale pulsfrequen- tie (ct/s). MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
In dit menupunt kunt u instellen, bij welke maximale pulsfrequentie (ct/s) de sensor moet omschakelen. Maak de tank leeg, tot de MINITRAC 31 niet meer is bedekt. Daarmee krijgt u voor de inregeling niet-bedekt de maximale pulsfre- quentie (ct/s).
Pagina 49
Met dit menupunt beschermt u de sensorparameters tegen onge- wenste en onbedoelde veranderingen. Om bij de parametrering met niet veilige bedieningsomgeving moge- lijke fouten te vermijden, wordt een verificatiemethode gebruikt, die het mogelijk maakt, parametreerfouten betrouwbaar te ontdekken. Hiervoor moeten veiligheidsrelevante parameters voor het opslaan in het instrument worden geverifieerd. Bovendien is het instrument ter MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 50
Anders blijft het instrument in vrijgegeven en dus onveilige toestand. 7.4.2 Display In het hoofdmenupunt " Display" moeten voor een optimale instel- ling van het display de afzonderlijke submenupunten opeenvolgend MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 51
Des te groter het verschil van de pulsfrequentie bij bedekte en niet-bedekte toestand, des te groter is de verschilwaarde (delta-I) en des te betrouwbaarder is de meting. De automatisch berekende MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 52
U kunt verschillende waarden simuleren: Pulsfrequentie van de sensor Stroomuitgang Schakelfunctie van het relais Informatie: 10 minuten na de laatste toetsbediening wordt de simulatie automa- tisch afgebroken. Berekende demping De sensor berekent automatisch een geschikte integratietijd. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 53
De volgende tabel toont de defaultwaarden van het instrument. De waarden gelden voor de toepassing " Grensniveau". De toepassing moet eerst worden gekozen. Afhankelijk van de uitvoering van het instrument zijn niet alle menu- punten beschikbaar resp. verschillend bezet: MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 54
8/16 mA-signaal. Sensorinstellingen Met deze functie worden: kopiëren • Parametreerdata uit de sensor in de display- en bedieningsmodule gelezen • Parametreerdata ui de display- en bedieningsmodule in de sensor geschreven MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
In display- en bedienings- Wanneer het instrument is uitgevoerd met een display- en bedie- module ningsmodule, dan kunnen de parametreergegevens daarin worden opgeslagen. De procedure wordt in het menupunt " Instrumentinstel- lingen kopiëren" beschreven. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Fig. 19: Aansluiting van de PC via HART op de signaalkabel MINITRAC 31 2 HART-weerstand 250 Ω (optie afhankelijk van verwerking) Aansluitkabel met 2 mm pennen en klemmen Meetversterkersysteem/PLC/voedingsspanning Voedingsspanning Benodigde componenten: • MINITRAC 31 • PC met PACTware en passende VEGA-DTM • VEGACONNECT 4 • HART-weerstand ca. 250 Ω MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
De verdere inbedrijfname wordt in de gebruiksaanwijzing " DTM-Col- lection/PACTware" beschreven, die met iedere DTM Collection wordt meegeleverd en via internet kan worden gedownload. Een aanvullen- de beschrijving is in de online-help van PACTware en de VEGA-DTM's opgenomen. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Opslaan van de parameters Het verdient aanbeveling de parameters via PACTware te documen- teren resp. op te slaan. Deze kunnen daardoor nogmaals worden gebruikt en staan voor servicedoeleinden ter beschikking. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Buiten de specificaties (Out of specification): de meetwaarde isonzeker, omdat de instrumentspecificaties zijn overschreden (bijv. elektronicatemperatuur). Deze statusmelding is standaard niet actief. Onderhoud nodig (Maintenance): door externe invloeden is de instrumentfunctie beperkt. De meting wordt beïnvloed, de meetwaar- MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 60
Secondary-instrumenten controleren Een van de secondary-instrumenten meldt een fout F040 Instrument defect (1092, 1126) Instrument opnieuw starten Hardware-fout Temperatuur buiten de specificatie Elektronica vervangen (1091) Instrument koelen of met isolatiemateri- aal tegen hitte/koude beschermen MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 61
Straling boven de maximale inregel- waarde Bij kortstondige externe straling: scha- keluitgangen gedurende deze periode handmatig bewaken F124 Stralingsdosis te hoog Oorzaak voor de verhoogde straling be- palen Alarm vanwege verhoog- de straling MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Gedrag bij storingen Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie, geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen te nemen. Storingen verhelpen De eerste maatregelen zijn: • Analyse van foutmeldingen MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Controleer de delta-I waarde. Verbeter de schakeldrempel - voer een twee- puntsinregeling uit Stroomsignaal groter dan 22 Elektronica in sensor defect Storingsmeldingen op de display- en bedie- mA of kleiner dan 3,6 mA. ningsmodule aanhouden MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
24-uurs service hotline Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder tel.nr. +49 1805 858550. De hotline staat ook buiten de gebruikelijke kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur per dag ter beschikking.
Het instrument schoonmaken en goed inpakken • Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecificatie- blad buiten op de verpakking aanbrengen. • Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordi- ging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Voer het apparaat direct via een gespecialiseerde recyclingbedrijf af en gebruik daarvoor niet de gemeentelijke afvalverwerking. Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Meeteenheid De meetgrootheid is de intensiteit van de gammastraling van een isotoop. Wanneer de intensiteit van de straling bijv. door toenemende productdichtheid afneemt, veran- dert de meetwaarde van de MINITRAC 31 proportioneel met de dichtheid. Analoge ingang Ʋ Soort ingang 4 …...
Pagina 68
Uitvalsignaal stroomuitgang (instelbaar) 22 mA, < 3,6 mA Max. uitgangsstroom 22 mA Startstroom ≤ 3,6 mA Last Ʋ 4 … 20 mA/HART - actief < 500 Ω Ʋ 4 … 20 mA/HART - intrinsiekveilig < 300 Ω Demping (63 % van de ingangsgroot- Automatisch heid) MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 69
±0,03 %/10 K gerelateerd aan het 16 mA-bereik max. ±0,3 % Afwijking op de stroomuitgang door <±15 µA analoog-digitaal omvorming Afwijking op stroomuitgang door sterke, <±150 µA hoogfrequente elektromagnetische in- strooiingen in het kader van de EN 61326 MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 70
Tijdsperiode na sprongsgewijze verandering van de meetafstand met max. 0,5 m bij vloeistoftoepassingen, max. 2 m bij stortgoedtoepassingen, tot het uitgangssignaal voor de eerste keer 90% van de stabiele waarde heeft aangenomen (IEC 61298-2). Getest conform de richtlijnen van de Germanischen Lloyd, GL-karakteristiek 2. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Veiligheidsklasse 11.2 Afmetingen De volgende maattekeningen geven slechts een deel van de mogelijke uitvoeringen weer. Gedetail- leerde maattekeningen kunnen via www.vega.com/downloads en " Tekeningen" worden gedown- load. Voorwaarde voor het behouden van de beschermingsklasse is een passende kabel. MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Pagina 72
11 Bijlage Aluminium of RVS-behuizing M20x1,5/ 119 mm ½ NPT (4.69") 169 mm (6.65") 116,5 mm 175 mm (4.59") (6.89") 90 mm 100 mm (3.54") (3.94") 143,5 mm (5.65") Fig. 22: Aluminium behuizing resp. rvs-behuizing (fijngietwerk) MINITRAC 31 • Vierdraads 4 … 20 mA/HART...
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel- le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com. VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu- strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.