Koplampen afstellen
Ga als volgt te werk om de stand van de koplampen af
te stellen als een koplamp is vervangen of verwijderd.
1.
Draai het contactsleuteltje op A
de koplampen.
2.
Draai achteraan de koplamp de stelschroeven
(Figuur
43) om de koplamp te draaien en de
straal te richten.
Onderhoud
aandrijfsysteem
en ontsteek
AN
Onderhoud van de banden
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsu-
1.
2.
De onderdelen van
de stuurinrichting en
ophanging controleren
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—De
Zet het stuurwiel in de gecentreerde stand
44), en draai het stuurwiel naar links of rechts. Als u
het stuurwiel meer dan 13 mm naar links of rechts
draait en de banden draaien niet, controleer dan de
volgende onderdelen van de stuurinrichting en de
ophanging om er zeker van te zijn dat ze niet los zitten
of beschadigd zijn:
•
•
40
ren—Controleer de staat van de
banden en velgen.
Om de 100 bedrijfsuren—Draai de wielmoeren
aan.
Inspecteer de banden en velgen op tekenen van
slijtage en beschadiging.
Opmerking:
Ongelukken tijdens
werkzaamheden, zoals een botsing tegen
een trottoirband, kunnen een band of een
velg beschadigen en tevens de wieluitlijning
verstoren. Daarom moet u na een ongeluk de
conditie van de banden controleren.
Draai de wielmoeren vast met een torsie van
108 tot 122 N·m.
stuurinrichting en ophanging op
losse of beschadigde onderdelen
controleren.
Stuuras tot verbinding van stuurhuis
Belangrijk:
Controleer de toestand van de
afdichting van de rondselas en ga na of u deze
op een veilige manier kunt gebruiken
45).
Trekstangen van het stuurhuis
(Figuur
(Figuur