Brandstoftank vullen
Inhoud van brandstoftank: 26,5 l
1.
Maak de omgeving van de dop van de
brandstoftank schoon.
2.
Verwijder de dop van de brandstoftank
20).
Figuur 20
1. Leeg
2. Vol
3. Naald
3.
Vul de tank tot ongeveer 25 mm onder de
onderkant van de vulbuis en plaats de dop.
Opmerking:
De tank niet te vol vullen.
4.
Draai de tankdop stevig vast.
5.
Neem eventueel gemorste brandstof op.
Motor starten
Belangrijk:
Probeer de motor niet te starten door
de machine aan te duwen of te slepen.
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, steek het
sleuteltje in de contactschakelaar, druk de rem
in en draai het sleuteltje naar rechts op A
Opmerking:
Als het achteruitrijalarm is
geïnstalleerd en de schakelhendel in de stand
A
staat, klinkt er een zoemer om de
CHTERUIT
bestuurder te waarschuwen dat de machine in
Achteruit staat.
2.
Wanneer het indicatielampje van de gloeibougie
dooft, draait u het contactsleuteltje rechtsom in
de stand S
TARTEN
3.
Wanneer de motor aanslaat, draait u het
sleuteltje linksom naar de stand L
4.
Zet de parkeerrem vrij.
(Figuur
4. Brandstofmeter
5. Dop van brandstoftank
.
.
OPEN
De machine stoppen
Belangrijk:
stoppen, moet u de bedrijfsremmen intrappen en
de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen
dat de machine van zijn plaats rolt. Als u het
gaspedaal gebruikt om de machine op de helling
tot stilstand te brengen, kan de machine schade
oplopen.
1.
Haal uw voet van het gaspedaal.
2.
Druk het rempedaal langzaam in om met de
bedrijfsremmen de machine volledig tot stilstand
te brengen.
Opmerking:
kan variëren, afhankelijk van de lading en de
snelheid van de machine.
De machine parkeren
1.
Breng de machine op een horizontale
ondergrond tot stilstand door het rempedaal van
de bedrijfsremmen in te trappen.
g008398
2.
Stel de parkeerrem in werking door de
parkeerremhendel op te trekken.
3.
Draai het sleuteltje van de contactschakelaar
linksom naar de stand U
4.
Verwijder de sleutel uit de contactschakelaar.
Een nieuwe machine
inrijden
Onderhoudsinterval: Na de eerste 100
Neem de richtlijnen voor het inrijden van een nieuwe
machine in acht om ervoor te zorgen dat deze goede
prestaties levert en een lange levensduur heeft.
•
Controleer of de remmen gebruiksklaar zijn
.
AN
gemaakt; zie
(bladz.
13).
•
Controleer regelmatig het peil van de vloeistoffen
en de motorolie. Let op signalen van oververhitting
van de machine of onderdelen ervan.
•
Na een koude start moet u de motor ongeveer
15 seconden laten warmlopen voordat u de
machine gebruikt.
•
Varieer de snelheid van de machine tijdens het
gebruik. Vermijd snel starten en stoppen.
•
De motor heeft geen inrijolie nodig. De
originele motorolie is hetzelfde type olie
24
Als u de machine op een helling laat
De lengte van de remweg
.
IT
bedrijfsuren—Neem de richtlijnen
voor het inrijden van een nieuwe
machine in acht.
5 De remmen gebruiksklaar maken