Ventilatorregeling
Draai aan de ventilatorregelingsknop om de snelheid
van de ventilator te regelen
Temperatuurregeling
Draai aan de temperatuurregelingsknop om de
temperatuur in de cabine te regelen
Ruitenwisserschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de ruitenwissers van de
voorruit in of uit te schakelen
Stroomaansluiting
Gebruik deze 15 A aansluiting voor 12 V gelijkstroom
om daartoe geschikte toestellen van stroom te
voorzien
(Figuur
7).
Lichtschakelaar
Gebruik deze schakelaar om de koplampen en het
achterlicht in of uit te schakelen
Schakelaar knipperlichten
Gebruik deze schakelaar om de knipperlichten
(gevaarlichten) in of uit te schakelen
Aircoschakelaar
Met deze schakelaar kunt u de airconditioning aan- en
uitzetten
(Figuur
7).
Voorruitvergrendeling
Open de vergrendelingen om de voorruit te openen
(Figuur
8). Druk op de vergrendeling om de voorruit
de
te vergrendelen. Trek de
GEOPENDE STAND
vergrendeling uit en omlaag om de ruit te sluiten en
vast te zetten.
1. Voorruitvergrendeling
(Figuur
7).
(Figuur
7).
(Figuur
7).
(Figuur
7).
(Figuur
7).
Figuur 8
Achterruitvergrendeling
Open de vergrendelingen om de achterruit te openen.
Druk op de vergrendeling om de ruit in de
te vergrendelen. Druk de vergrendeling uit en
STAND
omlaag om de achterruit te sluiten en vast te zetten
(Figuur
8).
Belangrijk:
U moet de achterruit sluiten voordat
u de motorkap opent; anders kan de motorkap of
de ruit beschadigd worden.
g008830
20
GEOPENDE