Figuur 27
1. Klemkapje
2. Afstandsstukken
3. Opvulstukken
De zijmaaidekken instellen
1.
Draai de messen op elke as totdat de uiteinden
in de lengterichting liggen.
2.
Meet de afstand van de grond tot de voorste
rand van het mes.
3.
Stel de opvulstukken (3 mm) op de
voorste zwenkwielarm(en) in naargelang de
maaihoogtesticker
Opmerking:
Zie
afstellen (bladz. 79)
Figuur 28
1. Voorste zwenkwielarm
2. Opvulstukken
4. Montage-opening
bovenste as
5. Zwenkwiel
(Figuur
28).
Schuinstand van het maaidek
voor de buitenste mesas.
3. Voorste zwenkwielvork
De maaihoogte van de maaidekken
gelijkstellen
1.
Plaats het mes op de buitenste as van beide
zijmaaidekken dwars op de rijrichting.
2.
Meet de afstand van de grond tot de voorste
rand van het mes op elk maaidek en vergelijk
die afstanden met elkaar.
Opmerking:
dan 3 mm van elkaar verschillen.
3.
Indien nodig moet u de 3 mm afstandsstukken
toevoegen aan of verwijderen van de
zwenkwielen van de zijmaaidekken.
4.
Controleer de afstand tussen de buitenste
g008866
randen van beide zijmaaidekken en stel indien
nodig bij.
De schakelaars van
het veiligheidssysteem
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
De machine heeft interlockschakelaars in het
elektrische systeem. Deze schakelaars zijn bedoeld
om de tractie en de aftakas uit te schakelen als de
bestuurder de stoel verlaat terwijl het tractiepedaal
wordt ingedrukt. U kunt echter de stoel verlaten terwijl
de motor loopt en het tractiepedaal in
staat. Hoewel de motor blijft draaien als u de
aftakasschakelaar uitschakelt en het tractiepedaal
loslaat moet u de motor uitschakelen voordat u de
stoel verlaat.
1.
Rij de machine langzaam naar een ruim, open
terrein. Laat het maaidek zakken, zet de motor
af en stel de parkeerrem in werking.
2.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en trap het
tractiepedaal in. Probeer de motor te starten.
De startmotor mag nu niet draaien. Als de
motor draait dan heeft het veiligheidssysteem
een defect dat u moet repareren voordat u de
machine gebruikt.
3.
Neem plaats op de bestuurdersstoel en start de
motor. Kom overeind uit de bestuurdersstoel
en schakel de aftakasschakelaar op A
aftakas mag niet draaien. Als de aftakas draait
g011561
dan heeft het veiligheidssysteem een defect dat
u moet repareren voordat u de machine gebruikt.
4.
Neem plaats op de bestuurdersstoel, stel de
parkeerrem in werking en start de motor. Zet
het tractiepedaal uit de
InfoCenter zal de boodschap 'traction not
allowed' weergeven en de machine mag niet
bewegen. Als de machine naar voren of naar
31
Deze afstanden mogen niet meer
NEUTRAAL
NEUTRAALSTAND
. De
AN
. Het