11.13
Draairichting bij bedienen RUN-knop (Pr.40)
Via deze parameter kan U de draairichting selecteren wanneer U de
zolang de PU-mode aktief is (ingesteld via PU/EXT-knop en instelling van parameter Pr.79).
Pr.
Naam
Draairichting bij
40
selectie
knop
11.14
Selectie werking koelventilator (Pr.244)
Het al of niet funktioneren van de koelventilator (indien aanwezig) kan ingesteld worden :
Pr.
Naam
244
Werking koelventilator
11.15
Funkties en kalibratie analoge output [AM] (Pr.158, Pr.55, Pr.56, Pr.645, C1)
Funkties en parameters (Pr.158, Pr.55 en Pr.56) :
Meerdere gegevens kunnen via de analoge output naar buiten gebracht worden. De 2 voornaamste en meest
toegepasste, nl. weergave frekwentie of stroom, worden hier besproken. Voor de overige funkties verwijzen wij U door
naar de uitgebreidde handleiding.
Pr.
Naam
Funktie toegekend
158
aan de [AM]-
uitgang
Frekwentie
55
monitoring
56
Stroom monitoring
______________________________________________________________________________________________
Standaard
Bereik
waarde
0
Standaard
Bereik
waarde
0
1
1
Standaard
Bereik
waarde
1
1
2
21
50 Hz
0 tot 400 Hz
In regelaar
0 tot 500 A
knop van het bedieningsklavier selecteert,
0
Voorwaartse draaizin
1
Achterwaartse draaizin
Beschrijving
Koelventilator werkt altijd zodra de regelaar
onder spanning gebracht wordt.
Koelventilator werkt enkel indien de regelaar in
RUN-konditie is. Tijdens een stop wordt de
status van de regelaar overwaakt en wordt de
koelventilator aan/uit geschakeld in funktie van
de temperatuur.
Weergave uitgestuurde frekwentie
Weergave uitgangsstroom
Forceert [AM]-uitgang naar 10 VDC
Bij deze ingestelde waarde wordt de [AM]
uitgang volledig uitgestuurd, nl. 10 VDC
Beschrijving
Beschrijving
Pagina 122